Testen 32



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Mon Dec 29, 2025

0/10

Klik op een woord
1. Jij leert Spaans.
Tú estudias   See hint
2. Drink je cola met rum?
Bebes con ron?   See hint
3. Wie maakt de ramen schoon?
Quién las ventanas?   See hint
4. Hier is mijn rijbewijs.
Aquí tiene mi permiso de   See hint
5. Ik wil graag fruit of kaas.
Querría fruta o   See hint
6. Wij zitten op de verkeerde weg.
por el camino equivocado   See hint
7. Ik heb een fototoestel.
Yo tengo una cámara   See hint
8. De scheidsrechter komt uit België.
El árbitro es de   See hint
9. Mijn bed staat in de slaapkamer.
Mi está en el dormitorio   See hint
10. Het briefje ligt onder de tafel.
La nota está de la mesa   See hint