Testen 82



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Sat Nov 16, 2024

0/10

Klik op een woord
1. zes
2. juli, augustus, september,
, agosto, septiembre,   See hint
3. Daar is een sofa en een fauteuil.
un sofá y un sillón allí.   See hint
4. Heb je de bus gemist?
, perdido el autobús? / ¿Te dejó el autobús am. ?   See hint
5. Met suiker, alstublieft.
Con , por favor.   See hint
6. Kunt u mij om 7.00 uur wekken?
¿Podría usted despertarme a las de la mañana, por favor?   See hint
7. U gaat door de tunnel!
el túnel   See hint
8. Mag ik bij u komen zitten?
¿Puedo en su mesa?   See hint
9. Ik wil broodjes en brood kopen.
Quiero comprar y panecillos.   See hint
10. Ik geef u een recept voor de apotheek.
Le doy una receta médica para la ,   See hint