Testen 45



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Tue Dec 30, 2025

0/10

Klik op een woord
1. Spreken jullie allebei Duits?
Parlez-vous les deux allemand ?   See hint
2. Waar gaan ze graag heen?
Où aller ?   See hint
3. Heb je een flessenopener?
un décapsuleur ?   See hint
4. Die vogel vind ik mooi.
oiseau me plaît   See hint
5. En drie keer braadworst met mosterd.
Et trois saucisses grillées avec de la   See hint
6. Ik heb haast.
Je pressé   See hint
7. Is hier een kroeg?
y a-t-il un bistrot ?   See hint
8. Waar is het kleedhokje?
Où est la cabine pour se ?   See hint
9. Dat vind ik erg leuk.
beaucoup ça   See hint
10. De schoenen staan ​​bij de voordeur.
Les chaussures sont à la porte   See hint
1. Spreken jullie allebei Duits?
Parlez-vous les deux allemand ?   See hint
2. Waar gaan ze graag heen?
Où aller ?   See hint
3. Heb je een flessenopener?
un décapsuleur ?   See hint
4. Die vogel vind ik mooi.
oiseau me plaît   See hint
5. En drie keer braadworst met mosterd.
Et trois saucisses grillées avec de la   See hint
6. Ik heb haast.
Je pressé   See hint
7. Is hier een kroeg?
y a-t-il un bistrot ?   See hint
8. Waar is het kleedhokje?
Où est la cabine pour se ?   See hint
9. Dat vind ik erg leuk.
beaucoup ça   See hint
10. De schoenen staan ​​bij de voordeur.
Les chaussures sont à la porte   See hint