Testen 62



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Thu Nov 14, 2024

0/10

Klik op een woord
1. Zij leren Russisch.
Jie mokosi (kalbą).   See hint
2. Ik blijf thuis.
(Aš) / būnu namie.   See hint
3. Het is koud.
4. Morgen is hier een feestje.
čia bus vakarėlis.   See hint
5. De kamer is te klein.
(yra) per mažas.   See hint
6. Moet ik overstappen?
Ar reikės (į kitą traukinį)?   See hint
7. Ik heb een takeldienst nodig.
Man reikia pagalbos tarnybos.   See hint
8. Is er hier in de buurt een golfbaan?
Ar čia yra golfo aikštė?   See hint
9. Is het water schoon?
Ar švarus?   See hint
10. dorst hebben
ištroškus   See hint