Testen 50



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Tue Nov 12, 2024

0/10

Klik op een woord
1. We zijn op school.
Jesteśmy w ,   See hint
2. De vijfde dag is vrijdag.
Piąty dzień piątek.   See hint
3. We hebben wortelen en tomaten nodig voor de soep.
Na zupę są nam marchewki i pomidory.   See hint
4. Ik ben vertaler.
Jestem ,   See hint
5. Hier is mijn bagage.
jest mój bagaż.   See hint
6. Wanneer gaat de volgende trein naar Berlijn?
Kiedy odjeżdża pociąg do Berlina?   See hint
7. Laat maar zitten, de rest is voor u.
, Reszty nie trzeba.   See hint
8. Wat speelt er vanavond in de schouwburg?
Co grają wieczorem w teatrze?   See hint
9. Laat ons naar het zwembad gaan.
Pójdziemy na ,   See hint
10. bang zijn
się   See hint