Testen 7



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Sun Nov 10, 2024

0/10

Klik op een woord
1. een gezin
2. Hij telt.
liczy.   See hint
3. Hij studeert aan de universiteit.
On studiuje uniwersytecie.   See hint
4. Wat wil je vandaag koken?
Co chcesz ugotować?   See hint
5. Ik heb een plattegrond nodig.
mi jest plan miasta.   See hint
6. Wilt u dat met aardappelen?
Chciałby / Chciałaby pani do tego ziemniaki?   See hint
7. U moet hier uitstappen.
Musi pan / pani wysiąść.   See hint
8. Ik wil graag een gids die Frans spreekt.
Potrzebny jest przewodnik mówiący po francusku.   See hint
9. Vergeet de broeken, de hemden, en de sokken niet.
Pomyśl o , koszulach i skarpetach.   See hint
10. Wij zoeken een slagerij.
Szukamy sklepu ,   See hint