Testen 70



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Fri Nov 15, 2024

0/10

Klik op een woord
1. Zij spreekt Spaans.
Ona mówi hiszpańsku.   See hint
2. maart
3. Het is warm vandaag.
Dzisiaj jest ,   See hint
4. Ik kan ze goed verstaan.
Rozumiem / ich dobrze.   See hint
5. Is er hier in de buurt een jeugdherberg?
Czy tu pobliżu jest schronisko młodzieżowe?   See hint
6. Wanneer vertrekt de trein?
O której ten pociąg?   See hint
7. Uw papieren, alstublieft.
, proszę.   See hint
8. Waar is de kassa?
Gdzie kasa?   See hint
9. Ik wil naar de krantenwinkel.
Chcę iść kiosku.   See hint
10. De dokter komt er zo aan.
Lekarz przyjdzie.   See hint