Testen 1



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Thu Nov 21, 2024

0/10

Klik op een woord
1. een
2. ik en jij
ผมและ / ดิฉันและ คุณ♀   See hint
3. een, twee, drie
หนึ่ง สอง   See hint
4. Het kind houdt van chocolademelk en appelsap.
5. De afwas is vuil.
6. Ik wil graag naar de luchthaven.
ผม / ต้องการไปที่สนามบิน   See hint
7. Houd je van varkensvlees?
คุณ ครับ / คะ?   See hint
8. Waar is de bushalte?
ป้ายรถโดยสารอยู่ที่ไหน / คะ?   See hint
9. Waar is het kasteel?
10. Neem zonnecrême mee.