Testen 10



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Mon Jan 06, 2025

0/10

Klik op een woord
1. Ik ben hier.
tady.   See hint
2. Drie. De derde.
Tři. Třetí.   See hint
3. Waar gaan ze graag heen?
Kam rádi / rády?   See hint
4. Zal ik de aardappelen schillen?
Mám brambory?   See hint
5. Hier is mijn kredietkaart.
je moje kreditní karta.   See hint
6. Dit heb ik niet besteld.
To si neobjednal / neobjednala.   See hint
7. De volgende tram komt over 10 minuten.
tramvaj pojede za minut.   See hint
8. Is de beurs ’s maandags geopend?
Je výstaviště v pondělí?   See hint
9. Je hebt schoenen, sandalen en laarzen nodig.
Potřebuješ boty, a holínky.   See hint
10. Wij willen namelijk salami kopen.
totiž koupit salám.   See hint