Testen 10



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Sun Nov 24, 2024

0/10

Klik op een woord
1. Ik ben hier.
Io qui.   See hint
2. Drie. De derde.
Tre. terzo.   See hint
3. Waar gaan ze graag heen?
a loro piace andare?   See hint
4. Zal ik de aardappelen schillen?
Pelo patate?   See hint
5. Hier is mijn kredietkaart.
Ecco la carta di credito.   See hint
6. Dit heb ik niet besteld.
Questo non ordinato io.   See hint
7. De volgende tram komt over 10 minuten.
Il prossimo passa fra dieci minuti.   See hint
8. Is de beurs ’s maandags geopend?
aperta la fiera il lunedì?   See hint
9. Je hebt schoenen, sandalen en laarzen nodig.
Hai bisogno scarpe, sandali e stivali.   See hint
10. Wij willen namelijk salami kopen.
vogliamo comprare del salame.   See hint