Testen 66



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Fri Sep 27, 2024

0/10

Klik op een woord
1. Landen en talen
Pays langues   See hint
2. Wie is dat?
est-ce ?   See hint
3. Het is zonnig.
C’est ,   See hint
4. Waar heeft u Spaans geleerd?
avez-vous appris l’espagnol ?   See hint
5. De televisie is stuk.
La télévision cassée.   See hint
6. Ik wil graag een retourtje Kopenhagen.
Je voudrais aller-retour pour Copenhague.   See hint
7. Heeft u een telefoon bij u?
Avez-vous sur un téléphone portable ?   See hint
8. In de bioscoop
9. Ik ga nu uit het water.
Je sors de l’eau.   See hint
10. Ik heb een afspraak bij de dokter.
J’ai rendez-vous le docteur.   See hint