Testen 66



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Fri Nov 15, 2024

0/10

Klik op een woord
1. Landen en talen
2. Wie is dat?
คนนั้น ,   See hint
3. Het is zonnig.
4. Waar heeft u Spaans geleerd?
คุณเรียนภาษาสเปนมาจากไหน / คะ?   See hint
5. De televisie is stuk.
6. Ik wil graag een retourtje Kopenhagen.
ผม / ต้องการตั๋วกลับโคเพนเฮเก้น ครับ / คะ   See hint
7. Heeft u een telefoon bij u?
คุณมีโทรศัพท์มือถือไหม / คะ?   See hint
8. In de bioscoop
9. Ik ga nu uit het water.
ผม / จะขึ้นจากน้ำแล้ว   See hint
10. Ik heb een afspraak bij de dokter.
ผม / มีนัดกับคุณหมอ   See hint