Testen 20



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Sun Dec 28, 2025

0/10

Klik op een woord
1. Hier is mijn adres.
il mio indirizzo   See hint
2. oktober, november en december.
ottobre, , dicembre   See hint
3. Ik maak de badkamer schoon.
Io il bagno   See hint
4. Ik kom je op de bushalte ophalen.
Ti passo a alla fermata dell’autobus   See hint
5. Ik wil graag iets wat niet lang duurt.
un piatto veloce   See hint
6. Wanneer gaat de laatste tram?
Quando parte tram?   See hint
7. Wat voor een gebouw is dat?
Di edificio si tratta?   See hint
8. Heb je dan skischoenen bij je?
Hai portato gli da sci?   See hint
9. De baby slaapt vredig in het vliegtuig.
Il bambino dorme tranquillamente   See hint
10. Hoe heet dat in het Russisch?
si chiama in russo?   See hint
1. Hier is mijn adres.
il mio indirizzo   See hint
2. oktober, november en december.
ottobre, , dicembre   See hint
3. Ik maak de badkamer schoon.
Io il bagno   See hint
4. Ik kom je op de bushalte ophalen.
Ti passo a alla fermata dell’autobus   See hint
5. Ik wil graag iets wat niet lang duurt.
un piatto veloce   See hint
6. Wanneer gaat de laatste tram?
Quando parte tram?   See hint
7. Wat voor een gebouw is dat?
Di edificio si tratta?   See hint
8. Heb je dan skischoenen bij je?
Hai portato gli da sci?   See hint
9. De baby slaapt vredig in het vliegtuig.
Il bambino dorme tranquillamente   See hint
10. Hoe heet dat in het Russisch?
si chiama in russo?   See hint