Testen 20



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Mon Nov 25, 2024

0/10

Klik op een woord
1. de zoon
2. Hartelijk dank.
ขอบคุณมาก / ค่ะ♀   See hint
3. Het gras is groen.
4. Gril je de groenten op deze grill?
คุณกำลังย่างผักบนเตาย่างนี้ใช่ไหม / คะ?   See hint
5. Zie je die berg daar?
คุณเห็นภูเขาตรงนั้นไหม / คะ?   See hint
6. Wij willen graag dineren.
7. Hij vaart met het schip.
8. Is er korting voor studenten?
มีส่วนลดสำหรับ ครับ / คะ?   See hint
9. Ik zou graag willen surfen.
ผม / อยากเล่นกระดานโต้คลื่น   See hint
10. Ik ben namelijk van plan een taart te kopen.
อันที่จริง / ดิฉัน วางแผนที่จะซื้อเค้ก   See hint