Testen 2



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Wed Dec 18, 2024

0/10

Klik op een woord
1. wij beiden
my / obie / oboje   See hint
2. De vrouw houdt van sinaasappel- en grapefruitsap.
Ta lubi / chce sok pomarańczowy i grejpfrutowy.   See hint
3. Wie maakt de ramen schoon?
Kto okna?   See hint
4. Ik wil graag naar het centrum van de stad.
Chciałbym / dostać się do centrum miasta.   See hint
5. Hoe kom ik bij het station?
Jak dotrę dworca?   See hint
6. Ik wil graag iets zonder vlees.
Chciałbym / coś bez mięsa.   See hint
7. Wanneer begint de rondleiding?
Kiedy zaczyna zwiedzanie z przewodnikiem?   See hint
8. Neem je zonnebril mee.
Zabierz ze okulary przeciwsłoneczne.   See hint
9. Waar is de juweliersafdeling?
Gdzie jest ,   See hint
10. Ik heb een ring en oorbellen nodig.
Potrzebne mi pierścionek i kolczyki.   See hint