Testen 3



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Thu Nov 07, 2024

0/10

Klik op een woord
1. zij beiden
oboje   See hint
2. Ik tel tot drie.
Liczę trzech.   See hint
3. vier, vijf, zes,
cztery, , sześć,   See hint
4. dertien
5. Wie stofzuigt?
odkurzy?   See hint
6. Ik wil graag een groenteschotel.
Chciałbym / bukiet jarzyn.   See hint
7. Welke bus moet ik nemen?
linią muszę jechać?   See hint
8. Wanneer eindigt de rondleiding?
Kiedy kończy zwiedzanie z przewodnikiem?   See hint
9. Neem je zonnehoed mee.
Zabierz ze kapelusz przeciwsłoneczny.   See hint
10. Ik heb een halsketting en een armband nodig.
łańcuszek i bransoletkę.   See hint