Testen 27



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Sun Dec 28, 2025

0/10

Klik op een woord
1. Dat is de lerares.
To nauczycielka   See hint
2. Er is hier een feest aan de gang.
Tu jest   See hint
3. Ik hang de was op.
Ja pranie   See hint
4. Ik heb een taxi nodig.
Potrzebna mi jest   See hint
5. Ik wil graag een voorgerecht.
Chciałbym / jakąś przystawkę   See hint
6. Hij vaart met de boot.
On płynie   See hint
7. Daar zijn de giraffen.
są żyrafy   See hint
8. Wat is er op televisie?
Co grają w ?   See hint
9. De bloem is donkerrood.
jest ciemnoczerwony   See hint
10. Wanneer ben je weer thuis?
będziesz w domu?   See hint