Testen 33



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Mon Dec 29, 2025

0/10

Klik op een woord
1. Hij leert Duits.
Ele aprende   See hint
2. Ik houd niet van champagne.
Eu gosto de espumante   See hint
3. Wie stofzuigt?
Quem é que ?   See hint
4. Wat is er in de stad te zien?
O que é que podemos ver na ?   See hint
5. Wij willen graag ontbijten.
Nós queríamos o pequeno-almoço   See hint
6. Wij moeten omkeren.
de voltar   See hint
7. Waar is een batterij?
Onde é que as pilhas?   See hint
8. Dit is een strafschop.
há um penálti   See hint
9. Heb je broers of zussen?
irmãos?   See hint
10. Rijd langzaam!
devagar   See hint
1. Hij leert Duits.
Ele aprende   See hint
2. Ik houd niet van champagne.
Eu gosto de espumante   See hint
3. Wie stofzuigt?
Quem é que ?   See hint
4. Wat is er in de stad te zien?
O que é que podemos ver na ?   See hint
5. Wij willen graag ontbijten.
Nós queríamos o pequeno-almoço   See hint
6. Wij moeten omkeren.
de voltar   See hint
7. Waar is een batterij?
Onde é que as pilhas?   See hint
8. Dit is een strafschop.
há um penálti   See hint
9. Heb je broers of zussen?
irmãos?   See hint
10. Rijd langzaam!
devagar   See hint