Testen 38



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Tue Nov 26, 2024

0/10

Klik op een woord
1. Hoe lang blijft u?
Quanto tempo que (você) vai ficar?   See hint
2. de dinsdag
3. Ik heb een banaan en een ananas.
Eu tenho banana e um ananás .   See hint
4. Wat leest u graag?
que é que gosta de ler?   See hint
5. Heeft u een kamer vrij?
tem um quarto livre?   See hint
6. Ik eet graag komkommer.
Eu de pepinos.   See hint
7. Hoeveel kost het naar de luchthaven?
Quanto é custa até ao aeroporto?   See hint
8. Waar zijn de kangoeroes?
Onde é estão os cangurus?   See hint
9. Er is ook een zwembad met sauna.
Também há piscina com sauna.   See hint
10. Ik ben stagiaire.
Eu estagiário.   See hint