Testen 38



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Tue Nov 12, 2024

0/10

Klik op een woord
1. Hoe lang blijft u?
Jak pan / pani tu zostanie? / Jak państwo tu zostaną?   See hint
2. de dinsdag
3. Ik heb een banaan en een ananas.
Mam i ananasa.   See hint
4. Wat leest u graag?
Lubi / pani czytać?   See hint
5. Heeft u een kamer vrij?
Mają państwo pokój?   See hint
6. Ik eet graag komkommer.
Lubię ,   See hint
7. Hoeveel kost het naar de luchthaven?
kosztuje kurs na lotnisko?   See hint
8. Waar zijn de kangoeroes?
Gdzie kangury?   See hint
9. Er is ook een zwembad met sauna.
też basen z sauną.   See hint
10. Ik ben stagiaire.
praktykantem.   See hint