Testen 11



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Thu Nov 07, 2024

0/10

Klik op een woord
1. Jij bent hier.
Du hier.   See hint
2. Vier. De vierde.
Vier. Vierte.   See hint
3. Zij luisteren graag naar muziek.
hören gern Musik.   See hint
4. Zal ik de sla wassen?
ich den Salat waschen?   See hint
5. Hier is mijn rijbewijs.
ist mein Führerschein.   See hint
6. eenendertig
7. De volgende bus komt over 15 minuten.
Der nächste kommt in Minuten.   See hint
8. Is de tentoonstelling dinsdags geopend?
Ist die dienstags geöffnet?   See hint
9. Je hebt zakdoeken, zeep en een nagelschaar nodig.
Du brauchst , Seife und eine Nagelschere.   See hint
10. Wij willen namelijk medicijnen kopen.
Wir möchten Medikamente kaufen.   See hint