Testen 4



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Thu Nov 07, 2024

0/10

Klik op een woord
1. de man
Mann   See hint
2. zeven, acht, negen
sieben, , neun   See hint
3. Zij werkt op kantoor.
arbeitet im Büro.   See hint
4. Wie doet de afwas?
spült das Geschirr?   See hint
5. Hoe kom ik bij de luchthaven?
komme ich zum Flughafen?   See hint
6. Ik wil graag iets wat niet lang duurt.
Ich möchte , was nicht lange dauert.   See hint
7. Welke bus rijdt er naar het centrum?
Welcher Bus ins Zentrum?   See hint
8. Waar moet ik overstappen?
Wo muss umsteigen?   See hint
9. Hoe lang duurt de rondleiding?
Wie lange die Führung?   See hint
10. Wil je een plattegrond meenemen?
Willst du Straßenkarte mitnehmen?   See hint