Testen 4



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Sat Nov 23, 2024

0/10

Klik op een woord
1. de man
2. zeven, acht, negen
siedem, , dziewięć   See hint
3. Zij werkt op kantoor.
Ona w biurze.   See hint
4. Wie doet de afwas?
Kto naczynia?   See hint
5. Hoe kom ik bij de luchthaven?
Jak na lotnisko.   See hint
6. Ik wil graag iets wat niet lang duurt.
Chciałbym / coś, na co nie trzeba długo czekać.   See hint
7. Welke bus rijdt er naar het centrum?
Który autobus do centrum?   See hint
8. Waar moet ik overstappen?
Gdzie się przesiąść?   See hint
9. Hoe lang duurt de rondleiding?
Jak długo zwiedzanie z przewodnikiem?   See hint
10. Wil je een plattegrond meenemen?
Chcesz zabrać drogową?   See hint