Testen 4



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Sat Jan 11, 2025

0/10

Klik op een woord
1. de man
hombre   See hint
2. zeven, acht, negen
siete, , nueve   See hint
3. Zij werkt op kantoor.
Ella trabaja una oficina.   See hint
4. Wie doet de afwas?
¿Quién la vajilla?   See hint
5. Hoe kom ik bij de luchthaven?
¿Cómo se al aeropuerto?   See hint
6. Ik wil graag iets wat niet lang duurt.
algo que no tarde mucho.   See hint
7. Welke bus rijdt er naar het centrum?
, autobús va al centro?   See hint
8. Waar moet ik overstappen?
, debo hacer trasbordo / cambiar?   See hint
9. Hoe lang duurt de rondleiding?
¿Cuánto dura la visita guiada?   See hint
10. Wil je een plattegrond meenemen?
¿Quieres llevar mapa de carreteras?   See hint