Testen 3



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Sun Nov 17, 2024

0/10

Klik op een woord
1. zij beiden
/ ellas dos   See hint
2. Ik tel tot drie.
Yo cuento tres.   See hint
3. vier, vijf, zes,
cuatro, cinco,   See hint
4. dertien
5. Wie stofzuigt?
¿Quién pasa la ,   See hint
6. Ik wil graag een groenteschotel.
un plato de verduras.   See hint
7. Welke bus moet ik nemen?
¿Qué línea que coger?   See hint
8. Wanneer eindigt de rondleiding?
¿Cuándo acaba la visita ,   See hint
9. Neem je zonnehoed mee.
Lleva el contigo .   See hint
10. Ik heb een halsketting en een armband nodig.
necesito una cadena y una pulsera.   See hint