Testen 37



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Sat Nov 30, 2024

0/10

Klik op een woord
1. Hoe lang bent u er al?
Jak pan / pani już tu jest? / Jak państwo już tu są?   See hint
2. de maandag
3. Ik heb een appel en een mango.
jabłko i mango.   See hint
4. Ik lees nu dit boek.
Właśnie czytam książkę.   See hint
5. zevenentwintig
dwadzieścia   See hint
6. Ik eet graag maïs.
kukurydzę.   See hint
7. Hoeveel kost het naar het station?
kosztuje kurs do dworca?   See hint
8. Waar zijn de pinguïns?
Gdzie pingwiny?   See hint
9. Er is een voetbalstadion in onze stad.
W naszym jest stadion piłki nożnej.   See hint
10. Ik wil naar de universiteit gaan.
Chcę na uniwersytecie.   See hint