فریز بُک

ur ‫اشخاص‬   »   nl Mensen

‫1 [ایک]‬

‫اشخاص‬

‫اشخاص‬

1 [een]

Mensen

منتخب کریں کہ آپ کس طرح ترجمہ دیکھنا چاہتے ہیں:   
اردو ڈچ چالو کریں مزید
‫میں‬ ik ik 1
‫میں اور تم‬ ik en jij ik en jij 1
‫ہم دونوں‬ wij beiden wij beiden 1
‫وہ‬ hij hij 1
‫وہ (مذکر) اور وہ (مؤنث)‬ hij en zij hij en zij 1
‫وہ دونوں‬ zij beiden zij beiden 1
‫مرد‬ de man de man 1
‫عورت‬ de vrouw de vrouw 1
‫بچہ‬ het kind het kind 1
‫ایک خاندان‬ een gezin een gezin 1
‫میرا خاندان‬ mijn gezin mijn gezin 1
‫میرا خاندان یہاں ہے-‬ Mijn gezin is hier. Mijn gezin is hier. 1
‫میں یہاں ہوں-‬ Ik ben hier. Ik ben hier. 1
‫تم یہاں ہو-‬ Jij bent hier. Jij bent hier. 1
‫وہ (مذکر) یہاں ہے اور وہ (مؤنث) یہاں ہے-‬ Hij is hier en zij is hier. Hij is hier en zij is hier. 1
‫ہم یہاں ہیں-‬ Wij zijn hier. Wij zijn hier. 1
‫تم لوگ یہاں ہو-‬ Jullie zijn hier. Jullie zijn hier. 1
‫وہ سب لوگ یہاں ہیں-‬ Zij zijn allemaal hier. Zij zijn allemaal hier. 1

-

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -