คำศัพท์

เรียนรู้คำวิเศษณ์ – ดัตช์

cms/adverbs-webp/176427272.webp
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
ลง
เขาตกลงมาจากด้านบน
cms/adverbs-webp/172832880.webp
erg
Het kind is erg hongerig.
มาก
เด็กน้อยหิวมาก
cms/adverbs-webp/76773039.webp
te veel
Het werk wordt me te veel.
เกินไป
งานนี้เยอะเกินไปสำหรับฉัน
cms/adverbs-webp/57758983.webp
half
Het glas is half leeg.
ครึ่ง
แก้วมีน้ำครึ่ง
cms/adverbs-webp/29021965.webp
niet
Ik hou niet van de cactus.
ไม่
ฉันไม่ชอบแคคตัส
cms/adverbs-webp/176340276.webp
bijna
Het is bijna middernacht.
แทบจะ
เวลาแทบจะเที่ยงคืน
cms/adverbs-webp/134906261.webp
al
Het huis is al verkocht.
แล้ว
บ้านถูกขายแล้ว
cms/adverbs-webp/7769745.webp
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
อีกครั้ง
เขาเขียนทุกอย่างอีกครั้ง
cms/adverbs-webp/96228114.webp
nu
Moet ik hem nu bellen?
ตอนนี้
ฉันควรโทรหาเขาตอนนี้หรือไม่?
cms/adverbs-webp/22328185.webp
een beetje
Ik wil een beetje meer.
นิดหน่อย
ฉันอยากได้เพิ่มนิดหน่อย
cms/adverbs-webp/12727545.webp
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
ข้างล่าง
เขานอนอยู่บนพื้น
cms/adverbs-webp/75164594.webp
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
บ่อย ๆ
ทอร์นาโดไม่ได้เห็นบ่อย ๆ