Home
Leren
Taalgids
Vertaaltrainer
Woordenlijst
Voor beginners
Alfabet
Kleuren
Cijfers
Basis
Video
Tests
Apps
Boeken
Spellen
Geheugen spel
Zoek de tegenstellingen
Kruiswoord puzzels
Zoek het ontbrekende woord
Bijvoeglijke naamwoorden
Bijwoorden
Zelfstandige naamwoorden
Werkwoorden
MP3
Radiozenders
Scholen
Hulpmiddelen
Hulpmiddelen - Tijdzones
Gereedschap - Eenheidsomzetter
Blogs
Leraren
Zoek een leraar
Word een leraar
Premium-gebruikers
Taal van de site
Basis
Basis | EHBO | Zinnen voor beginners
NL
Nederlands
AR
Arabisch
DE
Duits
EN
Engels (US)
EN
Engels (UK)
ES
Spaans
FR
Frans
IT
Italiaans
JA
Japans
PT
Portugees (PT)
PT
Portugees (BR)
ZH
Chinees (vereenvoudigd)
AD
Adygees
AF
Afrikaans
AM
Amharisch
BE
Belarussisch
BG
Bulgaars
BN
Bengaals
BS
Bosnisch
CA
Catalaans
CS
Tsjechisch
EL
Grieks
EO
Esperanto
ET
Ests
FA
Perzisch
FI
Fins
HE
Hebreeuws
HI
Hindi
HR
Kroatisch
HU
Hongaars
HY
Armeens
ID
Indonesisch
KA
Georgisch
KK
Kazachs
KN
Kannada
KO
Koreaans
KU
Koerdisch (Kurmanji)
KY
Kirgizisch
LT
Litouws
LV
Lets
MK
Macedonisch
MR
Marathi
NL
Nederlands
NN
Nynorsk
NO
Noors
PA
Punjabi
PL
Pools
RO
Roemeens
RU
Russisch
SK
Slovaaks
SL
Sloveens
SQ
Albanees
SR
Servisch
SV
Zweeds
TA
Tamil
TE
Telugu
TH
Thai
TI
Tigrinya
TL
Tagalog
TR
Turks
UK
Oekraïens
UR
Urdu
VI
Vietnamees
DA
Deens
AR
Arabisch
DE
Duits
EN
Engels (US)
EN
Engels (UK)
ES
Spaans
FR
Frans
IT
Italiaans
JA
Japans
PT
Portugees (PT)
PT
Portugees (BR)
ZH
Chinees (vereenvoudigd)
AD
Adygees
AF
Afrikaans
AM
Amharisch
BE
Belarussisch
BG
Bulgaars
BN
Bengaals
BS
Bosnisch
CA
Catalaans
CS
Tsjechisch
DA
Deens
EL
Grieks
EO
Esperanto
ET
Ests
FA
Perzisch
FI
Fins
HE
Hebreeuws
HI
Hindi
HR
Kroatisch
HU
Hongaars
HY
Armeens
ID
Indonesisch
KA
Georgisch
KK
Kazachs
KN
Kannada
KO
Koreaans
KU
Koerdisch (Kurmanji)
KY
Kirgizisch
LT
Litouws
LV
Lets
MK
Macedonisch
MR
Marathi
NN
Nynorsk
NO
Noors
PA
Punjabi
PL
Pools
RO
Roemeens
RU
Russisch
SK
Slovaaks
SL
Sloveens
SQ
Albanees
SR
Servisch
SV
Zweeds
TA
Tamil
TE
Telugu
TH
Thai
TI
Tigrinya
TL
Tagalog
TR
Turks
UK
Oekraïens
UR
Urdu
VI
Vietnamees
Koop het boek
Leestest
Luistervaardigheidstest
A -
A
A+
God dag! Hvordan har du det?
Goededag! Hoe is het met je?
Jeg har det godt!
Het gaat goed met mij!
Jeg har det ikke så godt!
Ik voel me niet zo lekker!
Godmorgen!
Goedemorgen!
God aften!
Goedeavond!
Godnat!
Welterusten!
Farvel! farvel!
Tot ziens! Doei!
Hvor kommer folk fra?
Waar komen mensen vandaan?
Jeg kommer fra Afrika.
Ik kom uit Afrika.
Jeg er fra USA.
Ik kom uit de VS.
Mit pas er væk, og mine penge er væk.
Mijn paspoort is weg en mijn geld is weg.
Åh jeg er ked af det!
O, het spijt me!
Jeg taler fransk.
Ik spreek Frans.
Jeg taler ikke så godt fransk.
Ik spreek niet zo goed Frans.
Jeg kan ikke forstå dig!
Ik kan je niet verstaan!
Kan du venligst tale langsomt?
Kunt u alstublieft langzaam spreken?
Kan du venligst gentage det?
Kunt u dat alstublieft herhalen?
Kan du venligst skrive dette ned?
Kun je dit alsjeblieft opschrijven?
Hvem er det? Hvad laver han?
Wie is dat? Wat is hij aan het doen?
Jeg ved det ikke.
Ik weet het niet.
Hvad er dit navn?
Wat is je naam?
Mit navn er…
Mijn naam is …
Tak!
Bedankt!
Du er velkommen.
Graag gedaan.
Hvad laver du til livets ophold?
Wat voor werk doet u?
Jeg arbejder i Tyskland.
Ik werk in Duitsland.
Må jeg købe en kop kaffe til dig?
Kan ik een koffie voor je kopen?
Må jeg invitere dig på middag?
Mag ik je uitnodigen voor een etentje?
Er du gift?
Bent u getrouwd?
Har du børn? - Ja, en datter og en søn.
Heeft u kinderen? Ja, een dochter en een zoon.
Jeg er stadig single.
Ik ben nog steeds vrijgezel.
Menuen, tak!
Het menu, alstublieft!
Du ser smuk ud.
Je ziet er mooi uit.
Jeg kan lide dig.
Ik vind je leuk.
Skål!
Proost!
Jeg elsker dig.
Ik houd van je.
Må jeg tage dig med hjem?
Kan ik je naar huis brengen?
Ja! - Nej! - Måske!
Ja! - Nee! - Misschien!
Regningen, tak!
De rekening, alstublieft!
Vi vil til togstationen.
We willen naar het treinstation.
Gå ligeud, så til højre og så til venstre.
Ga rechtdoor, dan rechts, dan links.
Jeg er fortabt.
Ik ben verdwaald.
Hvornår kommer bussen?
Wanneer komt de bus?
Jeg skal bruge en taxa.
Ik heb een taxi nodig.
Hvor meget koster det?
Hoeveel kost het?
Det er for dyrt!
Dat is te duur!
Hjælp!
Help!
Kan du hjælpe mig?
Kun je mij helpen?
Hvad skete der?
Wat is er gebeurd?
Jeg har brug for en læge!
Ik heb een dokter nodig!
Hvor gør det ondt?
Waar doet het pijn?
Jeg føler mig svimmel.
Ik voel me duizelig.
Jeg har hovedpine.
Ik heb hoofdpijn.
Hvor er et toilet?
Waar is een toilet?
Wacht alstublieft…
Leraren
×
Zoek een leraar
Word een leraar
Koop het boek
Niet nu