المفردات
تعلم الأحوال – الهولندية

eerst
Veiligheid komt eerst.
أولًا
السلامة تأتي أولًا.

altijd
Je kunt ons altijd bellen.
في أي وقت
يمكنك الاتصال بنا في أي وقت.

net
Ze is net wakker geworden.
للتو
استيقظت للتو.

uit
Ze komt uit het water.
خارجًا
هي تخرج من الماء.

bijna
Het is bijna middernacht.
تقريبًا
الآن تقريبًا منتصف الليل.

behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
تمامًا
هي نحيفة تمامًا.

naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
أسفل
يقع من أعلى.

een beetje
Ik wil een beetje meer.
قليلاً
أريد المزيد قليلاً.

weg
Hij draagt de prooi weg.
بعيدًا
هو يحمل الفريسة بعيدًا.

‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.
في الصباح
لدي الكثير من التوتر في العمل في الصباح.

naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
لأسفل
هي تقفز لأسفل في الماء.
