Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tsjechisch

cms/verbs-webp/113418367.webp
rozhodnout se
Nemůže se rozhodnout, jaké boty si obout.
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
cms/verbs-webp/119613462.webp
očekávat
Moje sestra očekává dítě.
verwachten
Mijn zus verwacht een kind.
cms/verbs-webp/32180347.webp
rozebrat
Náš syn všechno rozebírá!
uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!
cms/verbs-webp/43100258.webp
setkat se
Někdy se setkávají na schodišti.
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.
cms/verbs-webp/42111567.webp
udělat chybu
Dobře přemýšlej, abys neudělal chybu!
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!
cms/verbs-webp/90643537.webp
zpívat
Děti zpívají písničku.
zingen
De kinderen zingen een lied.
cms/verbs-webp/82604141.webp
vyhodit
Šlápne na vyhozenou banánovou slupku.
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.
cms/verbs-webp/127554899.webp
preferovat
Naše dcera nečte knihy; preferuje svůj telefon.
verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.
cms/verbs-webp/4553290.webp
vstoupit
Loď vstupuje do přístavu.
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
cms/verbs-webp/47062117.webp
vystačit
Musí vystačit s málo penězi.
rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.
cms/verbs-webp/67232565.webp
dohodnout
Sousedé se nemohli dohodnout na barvě.
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
cms/verbs-webp/118596482.webp
hledat
Na podzim hledám houby.
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.