Woordenlijst
Tsjechisch – Werkwoorden oefenen

begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.

studeren
De meisjes studeren graag samen.

overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.

wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.

zien
Je kunt beter zien met een bril.

trainen
De hond wordt door haar getraind.

zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.

besparen
Je bespaart geld als je de kamertemperatuur verlaagt.

doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!

omgaan
Men moet met problemen omgaan.

liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
