Woordenlijst

Leer bijwoorden – Ests

cms/adverbs-webp/142522540.webp
üle
Ta soovib tänava üle minna tõukerattaga.
over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
seal
Eesmärk on seal.
daar
Het doel is daar.
cms/adverbs-webp/154535502.webp
varsti
Siia avatakse varsti kaubandushoone.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
cms/adverbs-webp/155080149.webp
miks
Lapsed tahavad teada, miks kõik nii on.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
cms/adverbs-webp/162590515.webp
piisavalt
Ta tahab magada ja on piisavalt müra saanud.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
cms/adverbs-webp/121564016.webp
kaua
Ma pidin ooteruumis kaua ootama.
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
cms/adverbs-webp/145004279.webp
kuskile
Need rajad ei vii kuskile.
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
cms/adverbs-webp/96549817.webp
ära
Ta kannab saaki ära.
weg
Hij draagt de prooi weg.
cms/adverbs-webp/78163589.webp
peaaegu
Ma peaaegu tabasin!
bijna
Ik raakte bijna!
cms/adverbs-webp/135007403.webp
sisse
Kas ta läheb sisse või välja?
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
cms/adverbs-webp/77731267.webp
palju
Ma tõesti loen palju.
veel
Ik lees inderdaad veel.
cms/adverbs-webp/46438183.webp
varem
Ta oli varem paksem kui praegu.
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.