Woordenlijst
Leer bijwoorden – Sloveens

sam
Večer uživam sam.
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.

znova
Vse piše znova.
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.

v
Ali gre noter ali ven?
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?

malo
Želim malo več.
een beetje
Ik wil een beetje meer.

zakaj
Otroci želijo vedeti, zakaj je vse tako, kot je.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.

preveč
Vedno je preveč delal.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.

pravilno
Beseda ni pravilno črkovana.
correct
Het woord is niet correct gespeld.

prej
Bila je debelejša prej kot zdaj.
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.

preveč
Delo mi postaja preveč.
te veel
Het werk wordt me te veel.

ven
Bolni otrok ne sme iti ven.
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.

že
Hiša je že prodana.
al
Het huis is al verkocht.
