Woordenlijst
Leer werkwoorden – Ests

saama korda
Palun oota, saad kohe oma korda!
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!

sisse laskma
Väljas sadas lund ja me lasime nad sisse.
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.

andma
Isa tahab oma pojale lisaraha anda.
geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.

hüüdma
Poiss hüüab nii valjult kui saab.
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.

jooksma
Sportlane jookseb.
rennen
De atleet rent.

ärkama
Ta on just ärganud.
wakker worden
Hij is net wakker geworden.

kauplema
Inimesed kauplevad kasutatud mööbliga.
handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.

tantsima
Nad tantsivad armunult tangot.
dansen
Ze dansen verliefd een tango.

juhtima
Ta juhib tüdrukut käest.
leiden
Hij leidt het meisje bij de hand.

imestama
Ta imestas, kui sai uudiseid.
verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.

esile tooma
Kui palju kordi pean seda argumenti esile tooma?
ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?
