Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch
postavit
Kdy byla postavena Velká čínská zeď?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
vrátit se
Učitelka vrátila eseje studentům.
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.
doufat
Mnozí doufají v lepší budoucnost v Evropě.
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.
stěhovat se
Můj synovec se stěhuje.
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.
zahnout
Můžete zahnout vlevo.
draaien
Je mag naar links draaien.
zvýšit
Populace se výrazně zvýšila.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
promluvit
Chce promluvit ke své kamarádce.
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.
studovat
Dívky rády studují spolu.
studeren
De meisjes studeren graag samen.
zmínit
Šéf zmínil, že ho propustí.
vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.
jmenovat
Kolik zemí dokážete jmenovat?
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?
zdůraznit
Oči můžete zdůraznit make-upem.
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.