Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tsjechisch

cms/verbs-webp/90292577.webp
projet
Voda byla příliš vysoká; náklaďák nemohl projet.
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.
cms/verbs-webp/81025050.webp
bojovat
Sportovci proti sobě bojují.
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.
cms/verbs-webp/115520617.webp
přejet
Cyklista byl přejet autem.
aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.
cms/verbs-webp/61826744.webp
vytvořit
Kdo vytvořil Zemi?
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?
cms/verbs-webp/118567408.webp
myslet
Kdo si myslíš, že je silnější?
denken
Wie denk je dat sterker is?
cms/verbs-webp/99725221.webp
lhát
Někdy člověk musí lhát v nouzové situaci.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
cms/verbs-webp/102631405.webp
zapomenout
Nechce zapomenout na minulost.
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.
cms/verbs-webp/102304863.webp
kopnout
Dávejte pozor, kůň může kopnout!
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
cms/verbs-webp/131098316.webp
oženit se
Nezletilí se nesmějí oženit.
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
cms/verbs-webp/85010406.webp
přeskočit
Sportovec musí přeskočit překážku.
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.
cms/verbs-webp/57481685.webp
opakovat
Student opakoval rok.
overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.
cms/verbs-webp/123619164.webp
plavat
Pravidelně plave.
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.