Woordenlijst

Servisch – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/61806771.webp
brengen
De koerier brengt een pakketje.
cms/verbs-webp/106279322.webp
reizen
We reizen graag door Europa.
cms/verbs-webp/118826642.webp
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
cms/verbs-webp/74009623.webp
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.
cms/verbs-webp/86996301.webp
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.
cms/verbs-webp/106851532.webp
elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.
cms/verbs-webp/59066378.webp
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.
cms/verbs-webp/71991676.webp
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.
cms/verbs-webp/40477981.webp
bekend zijn met
Ze is niet bekend met elektriciteit.
cms/verbs-webp/130814457.webp
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
cms/verbs-webp/18473806.webp
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!
cms/verbs-webp/111792187.webp
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.