Taalgids

nl In het winkelcentrum   »   fr Dans le grand magasin

52 [tweeënvijftig]

In het winkelcentrum

In het winkelcentrum

52 [cinquante-deux]

Dans le grand magasin

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Frans Geluid meer
Zullen we naar een winkelcentrum gaan? S--n-u- --li-----ans-l- g-an- --g---- ? S_ n___ a______ d___ l_ g____ m______ ? S- n-u- a-l-o-s d-n- l- g-a-d m-g-s-n ? --------------------------------------- Si nous allions dans le grand magasin ? 0
Ik moet gaan winkelen. Je-dois-fai---------u--es. J_ d___ f____ d__ c_______ J- d-i- f-i-e d-s c-u-s-s- -------------------------- Je dois faire des courses. 0
Ik wil veel inkopen. J- v-ux a---ter-b------- d--c--s-. J_ v___ a______ b_______ d_ c_____ J- v-u- a-h-t-r b-a-c-u- d- c-o-e- ---------------------------------- Je veux acheter beaucoup de chose. 0
Waar zijn de kantoorartikelen? O- -ont---s--rti-le- -e-----a--? O_ s___ l__ a_______ d_ b_____ ? O- s-n- l-s a-t-c-e- d- b-r-a- ? -------------------------------- Où sont les articles de bureau ? 0
Ik heb enveloppen en briefpapier nodig. J’-i-b-soi- d----e--pp-- -- -- -a--er-à--et-r-. J___ b_____ d___________ e_ d_ p_____ à l______ J-a- b-s-i- d-e-v-l-p-e- e- d- p-p-e- à l-t-r-. ----------------------------------------------- J’ai besoin d’enveloppes et de papier à lettre. 0
Ik heb pennen en viltstiften nodig. J’a- --s--- -e--tylos-e--de f-u--e-. J___ b_____ d_ s_____ e_ d_ f_______ J-a- b-s-i- d- s-y-o- e- d- f-u-r-s- ------------------------------------ J’ai besoin de stylos et de feutres. 0
Waar zijn de meubels? Où -o-t -es--eub--s-? O_ s___ l__ m______ ? O- s-n- l-s m-u-l-s ? --------------------- Où sont les meubles ? 0
Ik heb een kast en een commode nodig. J--i --s--- d-u-e --mo--e--- ---n- --mmo--. J___ b_____ d____ a______ e_ d____ c_______ J-a- b-s-i- d-u-e a-m-i-e e- d-u-e c-m-o-e- ------------------------------------------- J’ai besoin d’une armoire et d’une commode. 0
Ik heb een bureau en een plank nodig. J’-i-be--in d--n -----u et -’u-e-ét--ère. J___ b_____ d___ b_____ e_ d____ é_______ J-a- b-s-i- d-u- b-r-a- e- d-u-e é-a-è-e- ----------------------------------------- J’ai besoin d’un bureau et d’une étagère. 0
Waar is het speelgoed? Où----t l---j---ts-? O_ s___ l__ j_____ ? O- s-n- l-s j-u-t- ? -------------------- Où sont les jouets ? 0
Ik heb een pop en een teddybeer nodig. J’a- -e---- -’-ne -oupé- -t-d-u--o-rs -n----uche. J___ b_____ d____ p_____ e_ d___ o___ e_ p_______ J-a- b-s-i- d-u-e p-u-é- e- d-u- o-r- e- p-l-c-e- ------------------------------------------------- J’ai besoin d’une poupée et d’un ours en peluche. 0
Ik heb een voetbal en een schaakspel nodig. J-a- b--o-----u- --l-o- -e foo--e-----n --u -’--hec. J___ b_____ d___ b_____ d_ f___ e_ d___ j__ d_______ J-a- b-s-i- d-u- b-l-o- d- f-o- e- d-u- j-u d-é-h-c- ---------------------------------------------------- J’ai besoin d’un ballon de foot et d’un jeu d’échec. 0
Waar is het gereedschap? O---o-- --s---t-l- ? O_ s___ l__ o_____ ? O- s-n- l-s o-t-l- ? -------------------- Où sont les outils ? 0
Ik heb een hamer en een tang nodig. J’-i-b-s-in---u- m-rt------ d-un---i-c-. J___ b_____ d___ m______ e_ d____ p_____ J-a- b-s-i- d-u- m-r-e-u e- d-u-e p-n-e- ---------------------------------------- J’ai besoin d’un marteau et d’une pince. 0
Ik heb een boormachine en een schroevendraaier nodig. J’ai-b--oin-d--ne-p-rc---e--- d-un to--nevis. J___ b_____ d____ p_______ e_ d___ t_________ J-a- b-s-i- d-u-e p-r-e-s- e- d-u- t-u-n-v-s- --------------------------------------------- J’ai besoin d’une perceuse et d’un tournevis. 0
Waar is de juweliersafdeling? Où -on- les-b----x ? O_ s___ l__ b_____ ? O- s-n- l-s b-j-u- ? -------------------- Où sont les bijoux ? 0
Ik heb een halsketting en een armband nodig. J-----esoin -’-n- c-a--e -t -’-- --ac-l--. J___ b_____ d____ c_____ e_ d___ b________ J-a- b-s-i- d-u-e c-a-n- e- d-u- b-a-e-e-. ------------------------------------------ J’ai besoin d’une chaîne et d’un bracelet. 0
Ik heb een ring en oorbellen nodig. J’---b-so-- -’u----ague-et-de -o-cl-s----rei--e-. J___ b_____ d____ b____ e_ d_ b______ d__________ J-a- b-s-i- d-u-e b-g-e e- d- b-u-l-s d-o-e-l-e-. ------------------------------------------------- J’ai besoin d’une bague et de boucles d’oreilles. 0

Vrouwen zijn meer taalkundig begaafd dan mannen!

Vrouwen zijn net zo intelligent zijn als mannen. Gemiddeld hebben beiden dezelfde IQ. Het verschil zit echter tussen de bevoegdheden van de seksen. Zo kunnen mannen beter in drie dimensies denken. Ook kunnen ze wiskundige problemen meestal beter oplossen. Vrouwen hebben echter een beter geheugen. En ze beheersen de taal beter. Vrouwen maken minder fouten in de spelling en grammatica. Ze hebben een grotere woordenschat en kunnen ze vloeiender lezen. In taaltoetsen kunnen ze dikwijls betere resultaten behalen. De reden voor de taal voordeel voor vrouwen zit in de hersenen. De mannelijke en vrouwelijke hersenen zijn anders georganiseerd. Voor talen is de linker hersenhelft verantwoordelijk. Dit hersenengebied regelt de taalprocessen. Toch gaan vrouwen bij de taalverwerking beide hersenhelften gebruiken. Ook kunnen zij hun beide hersenhelften beter met elkaar uitwisselen. De vrouwelijke hersenen zijn ook actiever in de taalverwerking. Zo kunnen vrouwen taal efficiënter verwerken. Men weet nog niet waarom er onderscheid is tussen de twee hersenen. Sommige wetenschappers geloven dat de biologie de oorzaak is. Vrouwelijke en mannelijke genen hebben op de ontwikkeling van de hersenen invloed. Ook door de hormonen zijn vrouwen en mannen zoals ze zijn. Anderen zeggen dat de opvoeding invloed heeft op onze ontwikkeling. Want met vrouwelijke baby's wordt meer gesproken en gelezen. Echter kleine jongens krijgen meer technisch speelgoed. Het kan ook zijn dat onze omgeving de hersenen vormen. Anderzijds zullen er bepaalde verschillen in de wereld bestaan. En in ieder cultuur worden kinderen anders opgevoed ...
Wist je dat?
Het Vietnamees behoort tot de Mon-Khmer talen. Het is de moedertaal van meer dan 80 miljoen mensen. Met het Chinees is er geen verwant. Het grootste deel van de woordenschat is van Chinese oorsprong. Dit komt omdat Vietnam 1000 jaar lang door China werd gedomineerd. In de koloniale periode hadden de Fransen grote invloed op de ontwikkeling van de taal. Vietnamees is een toontaal. Dit betekent dat de toonhoogte van de lettergrepen hun betekenis bepaalt. Een verkeerde uitspraak kan wat er gezegd wordt volledig veranderen of zelfs zinloos maken. In totaal zijn zes verschillende toonhoogtes in het Vietnamees. De taal wordt tegenwoordig met Latijne letters geschreven. In het verleden werden Chinese karakters gebruikt. Omdat Vietnamees een isolerende taal is, worden woorden niet gebogen. De taal is nog weinig onderzocht... Ontdek het, het is echt de moeite waard!