Taalgids

nl Seizoenen en weer   »   fr Les saisons et le temps

16 [zestien]

Seizoenen en weer

Seizoenen en weer

16 [seize]

Les saisons et le temps

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Frans Geluid meer
Dit zijn de seizoenen: V-ici le----i-o-s: V____ l__ s_______ V-i-i l-s s-i-o-s- ------------------ Voici les saisons: 0
Lente, zomer, L- prin-e---,------, L_ p_________ l_____ L- p-i-t-m-s- l-é-é- -------------------- Le printemps, l’été, 0
herfst en winter. l’aut-mn- -t ---i--r. l________ e_ l_______ l-a-t-m-e e- l-h-v-r- --------------------- l’automne et l’hiver. 0
De zomer is heet. L-ét- -st -ha-d. L____ e__ c_____ L-é-é e-t c-a-d- ---------------- L’été est chaud. 0
In de zomer schijnt de zon. E- ét-,-l- s---il -ril--. E_ é___ l_ s_____ b______ E- é-é- l- s-l-i- b-i-l-. ------------------------- En été, le soleil brille. 0
In de zomer gaan we graag wandelen. En---é,-no-s ---on- n--- pr----e-. E_ é___ n___ a_____ n___ p________ E- é-é- n-u- a-m-n- n-u- p-o-e-e-. ---------------------------------- En été, nous aimons nous promener. 0
De winter is koud. L---v-r-es- f-oi-. L______ e__ f_____ L-h-v-r e-t f-o-d- ------------------ L’hiver est froid. 0
In de winter sneeuwt of regent het. E- -i-er, -l----ge -- i-----ut. E_ h_____ i_ n____ o_ i_ p_____ E- h-v-r- i- n-i-e o- i- p-e-t- ------------------------------- En hiver, il neige ou il pleut. 0
In de winter blijven we graag thuis. En h-ve-, -ou----m--s-re--e--à-l- m-i--n. E_ h_____ n___ a_____ r_____ à l_ m______ E- h-v-r- n-u- a-m-n- r-s-e- à l- m-i-o-. ----------------------------------------- En hiver, nous aimons rester à la maison. 0
Het is koud. Il -a-- f--i-. I_ f___ f_____ I- f-i- f-o-d- -------------- Il fait froid. 0
Het regent. I- -leut. I_ p_____ I- p-e-t- --------- Il pleut. 0
Het waait. Il - - -u-----. I_ y a d_ v____ I- y a d- v-n-. --------------- Il y a du vent. 0
Het is warm. Il-f--t-c-aud. I_ f___ c_____ I- f-i- c-a-d- -------------- Il fait chaud. 0
Het is zonnig. C’e-t--n-ole--l-. C____ e__________ C-e-t e-s-l-i-l-. ----------------- C’est ensoleillé. 0
Het is helder. C’e-t-gai. C____ g___ C-e-t g-i- ---------- C’est gai. 0
Hoe is het weer vandaag? C---e-t e-- -e -em-- --jo---’hu- ? C______ e__ l_ t____ a__________ ? C-m-e-t e-t l- t-m-s a-j-u-d-h-i ? ---------------------------------- Comment est le temps aujourd’hui ? 0
Het is koud vandaag. Il-fa-t-f---- a--ou------. I_ f___ f____ a___________ I- f-i- f-o-d a-j-u-d-h-i- -------------------------- Il fait froid aujourd’hui. 0
Het is warm vandaag. I- -ait --au- ---ou----u-. I_ f___ c____ a___________ I- f-i- c-a-d a-j-u-d-h-i- -------------------------- Il fait chaud aujourd’hui. 0

Leren en emotie

Wij zijn blij als wij praten in een vreemde taal. En zijn trots op onszelf dat er leervorderingen zijn. Maar als we geen succes hebben, worden we boos of teleurgesteld. Ook verschillende gevoelens bij het leren verbonden. Nieuwe onderzoeken komen vaak tot interessante uitkomsten. Het laat zien dat het gevoel al gedurende het leren een belangrijke rol speelt. Omdat onze emoties invloed op ons leren heeft. Voor onze hersenen is het leren altijd een opgave. En deze taak wil de hersenen oplossen. Of hij goed slagen gaat, hangt van onze gevoelens af. Wij geloven en zijn overtuigd dat problemen oplost kunnen worden. Deze emotionele stabiliteit helpt ons bij het leren. Positief denken gaat onze intellectuele capaciteiten bevorderen. Het leren onder stress functioneert echter veel minder. Twijfels of zorgen gaan goede prestaties verhinderen. Wij leren bijzonder slecht als wij bang zijn. Dan kunnen onze hersenen de nieuwe inhoud niet goed opslaan. Het is daarom van groot belang dat we bij het leren altijd gemotiveerd zijn. Gevoelens zullen ook het leren beïnvloeden. Maar het leren gaat ook het gevoel beïnvloeden! De hersenstructuren die de gegevens verwerken, zullen ook de gevoelens verwerken. Zo kan het leren ons gelukkig maken en wie gelukkig is kan beter leren. Natuurlijk is het leren niet altijd plezierig, want het kan ook vermoeiend zijn. Daarom moeten wij altijd kleine doelstellingen hebben. Dan gaan wij onze hersenen niet overbelasten. En wij zijn er zeker van dat wij aan onze verwachtingen kunnen voldoen. Het succes is dan een beloning die ons weer motiveert. Dus: U leert - en lacht erbij!
Wist je dat?
Grieks behoort tot de Indo-Europese talen. Het is echter met geen andere taal ter wereld nauw verbonden. Verwar het moderne Grieks niet met het Oudgrieks. Deze Griekse oudheid wordt nog steeds op veel scholen en universiteiten onderwezen. Het was ooit de taal van de filosofie en wetenschap. Zelfs degenen die door de oude wereld reist, gebruikt het Oudgrieks als communicatie. Het moderne Grieks is echter de moedertaal van ongeveer 13 miljoen mensen. Het is voortgekomen uit het Oudgrieks. Het is moeilijk te zeggen wanneer het moderne Grieks precies is ontstaan. Vast staat dat het een eenvoudiger structuur heeft dan de Oudgrieks. In het moderne Grieks zijn echter tal van archaïsche vormen bewaard gebleven. Het is ook een zeer gemeenschappelijke taal met weinig sterke dialecten. Het is geschreven met het Griekse alfabet, dat bijna 2500 jaar oud is. Het is opmerkelijk dat het Grieks tot één van de talen behoort met de grootste woordenschat. Als u graag woordenschat wilt leren, moet u beginnen met het Grieks...