Taalgids

nl Verleden tijd 1   »   af Verlede tyd 1

81 [eenentachtig]

Verleden tijd 1

Verleden tijd 1

81 [een en tagtig]

Verlede tyd 1

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Afrikaans Geluid meer
schrijven sk--f s____ s-r-f ----- skryf 0
Hij schreef een brief. Hy---t -n -r--- ge--r-f. H_ h__ ’_ b____ g_______ H- h-t ’- b-i-f g-s-r-f- ------------------------ Hy het ’n brief geskryf. 0
En zij schreef een kaart. En -- h----n k-artjie ge-kr--. E_ s_ h__ ’_ k_______ g_______ E- s- h-t ’- k-a-t-i- g-s-r-f- ------------------------------ En sy het ’n kaartjie geskryf. 0
lezen le-s l___ l-e- ---- lees 0
Hij las een tijdschrift. H--h-t ’n t-d-kri------es. H_ h__ ’_ t_______ g______ H- h-t ’- t-d-k-i- g-l-e-. -------------------------- Hy het ’n tydskrif gelees. 0
En zij las een boek. En s--he- ---boe-----ees. E_ s_ h__ ’_ b___ g______ E- s- h-t ’- b-e- g-l-e-. ------------------------- En sy het ’n boek gelees. 0
nemen n--m-/--at n___ / v__ n-e- / v-t ---------- neem / vat 0
Hij nam een sigaret. Hy -e- -n -igar-t -en--m. H_ h__ ’_ s______ g______ H- h-t ’- s-g-r-t g-n-e-. ------------------------- Hy het ’n sigaret geneem. 0
Zij nam een stuk chocola. Sy h-t--- ---- s-o-ola----e-e--. S_ h__ ’_ s___ s________ g______ S- h-t ’- s-u- s-o-o-a-e g-n-e-. -------------------------------- Sy het ’n stuk sjokolade geneem. 0
Hij was ontrouw, maar zij was trouw. Hy wa- o-trou, ---- s- ----g---o-. H_ w__ o______ m___ s_ w__ g______ H- w-s o-t-o-, m-a- s- w-s g-t-o-. ---------------------------------- Hy was ontrou, maar sy was getrou. 0
Hij was lui, maar zij was ijverig. Hy --s -u---m-ar--y-w-s fl-k-. H_ w__ l___ m___ s_ w__ f_____ H- w-s l-i- m-a- s- w-s f-u-s- ------------------------------ Hy was lui, maar sy was fluks. 0
Hij was arm, maar zij was rijk. H- wa- ---- ---r------s---k. H_ w__ a___ m___ s_ w__ r___ H- w-s a-m- m-a- s- w-s r-k- ---------------------------- Hy was arm, maar sy was ryk. 0
Hij had geen geld, maar schulden. Hy h------n-geld--i-----t-sku--. H_ h__ g___ g___ n___ n__ s_____ H- h-t g-e- g-l- n-e- n-t s-u-d- -------------------------------- Hy het geen geld nie, net skuld. 0
Hij had geen geluk, maar pech. Hy---t gee- g-------e, -e---l---- ----k. H_ h__ g___ g____ n___ n__ s_____ g_____ H- h-t g-e- g-l-k n-e- n-t s-e-t- g-l-k- ---------------------------------------- Hy het geen geluk nie, net slegte geluk. 0
Hij had geen succes, maar tegenslag. Hy ----ge-n su-ses -i-,-----ter-----e. H_ h__ g___ s_____ n___ n__ t_________ H- h-t g-e- s-k-e- n-e- n-t t-r-g-l-e- -------------------------------------- Hy het geen sukses nie, net terugslae. 0
Hij was niet tevreden, maar ontevreden. H- -as ni---ev-e----ie----a- -nt---e-e. H_ w__ n__ t______ n___ m___ o_________ H- w-s n-e t-v-e-e n-e- m-a- o-t-v-e-e- --------------------------------------- Hy was nie tevrede nie, maar ontevrede. 0
Hij was niet gelukkig, maar ongelukkig. Hy-w-s-------l-kk-g ---- -a-r o-ge-u-kig. H_ w__ n__ g_______ n___ m___ o__________ H- w-s n-e g-l-k-i- n-e- m-a- o-g-l-k-i-. ----------------------------------------- Hy was nie gelukkig nie, maar ongelukkig. 0
Hij was niet sympathiek, maar onsympathiek. Hy-was -ie-aa----aam -ie--maar --a--g-naa-. H_ w__ n__ a________ n___ m___ o___________ H- w-s n-e a-n-e-a-m n-e- m-a- o-a-n-e-a-m- ------------------------------------------- Hy was nie aangenaam nie, maar onaangenaam. 0

Hoe kinderen leren om goed te kunnen spreken

Zodra een mens geboren is, begint hij met anderen te communiceren. Baby's huilen als ze iets willen. Na een paar maanden kunnen ze zelfs eenvoudige woorden uitspreken. Ze kunnen na twee jaar zinnen van drie woorden uitspreken. Als kinderen beginnen met praten, kunnen we ze niet beïnvloeden. Maar ze kunnen van invloed zijn op hoe goed kinderen hun moedertaal leren! Maar men moet een aantal dingen overwegen. Van groot belang is dat lerende kinderen steeds gemotiveerd blijven. Men moet zich realiseren dat het iets bereikt wanneer hij spreekt. Baby's zijn blij om een glimlach als reactie te zien. Oudere kinderen gaan de dialoog aan met hun omgeving. Zij oriënteren zich op de taal van de mensen om hun heen. Daarom is het taalniveau van de ouders en opvoeders van groot belang. Ook moeten kinderen leren dat de taal waardevol is! Daarbij moeten ze altijd plezier hebben. Bij het voorlezen kunnen de kinderen zien hoe spannend de taal kan zijn. Ouders moeten ook zoveel mogelijk met hun kind iets gaan doen. Als een kind veel ervaring op doet, wil hij daarover spreken. Tweetalige opgegroeide kinderen hebben behoefte aan vaste regels. Ze moeten weten welke taal door wie gesproken wordt. Zo zullen hun hersenen leren om de twee talen te kunnen onderscheiden. De taal gaat veranderen wanneer de kinderen naar school gaan. Ze leren een nieuw omgangstaal. Nu is het van groot belang dat de ouders respecteren hoe hun kind spreekt. Onderzoeken tonen aan dat de eerste taal de hersenen steeds meer vorm geeft. Wat we als kind leren, gaan we gedurende ons hele leven meenemen. Wie zijn moedertaal op jonge leeftijd goed leert, zal er later goed van kunnen profiteren. Hij leert nieuwe dingen snel en effectief - niet alleen vreemde talen...