Taalgids

nl Ontmoeten   »   it Fare la conoscenza

3 [drie]

Ontmoeten

Ontmoeten

3 [tre]

Fare la conoscenza

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Italiaans Geluid meer
Hallo! Ci--! C____ C-a-! ----- Ciao! 0
Dag! Buo--io-n-! B__________ B-o-g-o-n-! ----------- Buongiorno! 0
Hoe gaat het? C-me --? C___ v__ C-m- v-? -------- Come va? 0
Komt u uit Europa? Vi-ne---ll’E-r---? V____ d___________ V-e-e d-l-’-u-o-a- ------------------ Viene dall’Europa? 0
Komt u uit Amerika? V--ne--al--A-er--a? V____ d____________ V-e-e d-l-’-m-r-c-? ------------------- Viene dall’America? 0
Komt u uit Azië? V--ne-d---’-s-a? V____ d_________ V-e-e d-l-’-s-a- ---------------- Viene dall’Asia? 0
In welk hotel verblijft u? In--u-le hote--a-lo-gi-? I_ q____ h____ a________ I- q-a-e h-t-l a-l-g-i-? ------------------------ In quale hotel alloggia? 0
Hoe lang bent u er al? Da-q----o-t-mp--è -ui? D_ q_____ t____ è q___ D- q-a-t- t-m-o è q-i- ---------------------- Da quanto tempo è qui? 0
Hoe lang blijft u? P-r----n---t-m-o-ri--ne? P__ q_____ t____ r______ P-r q-a-t- t-m-o r-m-n-? ------------------------ Per quanto tempo rimane? 0
Bevalt het u hier? Le-pi-ce----? L_ p____ q___ L- p-a-e q-i- ------------- Le piace qui? 0
Bent u hier met vakantie? È--n---can-a? È i_ v_______ È i- v-c-n-a- ------------- È in vacanza? 0
Kom me een keer opzoeken! M---en-- - trova-e! M_ v____ a t_______ M- v-n-a a t-o-a-e- ------------------- Mi venga a trovare! 0
Hier is mijn adres. Ec-- il--io -n-i-iz-o. E___ i_ m__ i_________ E-c- i- m-o i-d-r-z-o- ---------------------- Ecco il mio indirizzo. 0
Zien we elkaar morgen? C- -e--a-o-----ni? C_ v______ d______ C- v-d-a-o d-m-n-? ------------------ Ci vediamo domani? 0
Sorry, maar ik heb al plannen. M- -ispiace--h- -i--un-altr---mpe---. M_ d________ h_ g__ u_ a____ i_______ M- d-s-i-c-, h- g-à u- a-t-o i-p-g-o- ------------------------------------- Mi dispiace, ho già un altro impegno. 0
Dag! Ciao! C____ C-a-! ----- Ciao! 0
Tot ziens! Ar--ved---i! A___________ A-r-v-d-r-i- ------------ Arrivederci! 0
Tot gauw! A-pr---o! A p______ A p-e-t-! --------- A presto! 0

Alfabetten

Met taal kunnen we ons begrijpbaar maken. We vertellen anderen wat we denken of voelen. Ook schrijven heeft deze functie. De meeste talen hebben geschriften. Geschriften bestaan uit tekens. Deze tekens kunnen er anders uitzien. Vele geschriften bestaan uit letters. Deze geschriften worden alfabet genoemd Een alfabet is een geordende verzameling van grafische tekens. Deze tekens zijn volgens bepaalde regels met elkaar tot woorden verbonden. Bij elke teken hoort een vaste uitspraak. De term alfabet is afkomstig van de Griekse taal Daar zijn de eerste twee letters alfa en bèta. Door de geschiedenis heen waren er veel verschillende alfabetten. Al meer dan 3000 jaar geleden gingen de mensen tekens gebruiken. Vroeger waren de tekens magische symbolen. Er waren maar een paar, dat de betekenis hiervan wisten. Later hebben de tekens hun symbolische karakter verloren. Letters hebben tegenwoordig geen belang meer. Alleen in combinatie met andere letters levert dit een zin op. Geschriften zoals van de chinezen functioneren op een andere manier Ze zien eruit als afbeeldingen en laten de betekenis hiervan zien. Als wij aan het schrijven zijn, gaan wij onze gedachten coderen. We maken gebruik van tekens om onze kennis vast te stellen. Onze hersenen heeft het alfabet leren ontcijferen. Tekens werden woorden en woorden werden ideeën. Zo kan een tekst duizenden jaren overleven. En nog steeds begrepen worden ...
Wist je dat?
Bengaals behoort tot de Indo-Iraanse talen. Voor ongeveer 220 miljoen mensen is het de moedertaal. Meer dan 140 miljoen van hen wonen in Bangladesh. Bovendien zijn er ongeveer 75 miljoen mensen die het in India spreken. Andere groepen die deze taal spreken zijn te vinden in Maleisië, Nepal en Saoedi-Arabië. Daarmee behoort Bengaals tot de meest gesproken talen ter wereld. De taal heeft zijn eigen lettertype. Ook de nummers hebben een eigen karakter. Tegenwoordig worden meestal Arabische cijfers gebruikt. De woordvolgorde van het Bengaals heeft vaste regels. Eerst komt het onderwerp, dan het doel, en als laatste het werkwoord. Een grammaticale geslacht bestaat niet. Zelfs zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden veranderen heel weinig. Dit is goed voor degenen die deze belangrijke taal willen leren. En dat zullen velen doen!