Taalgids

nl Ontmoeten   »   pl Poznawać

3 [drie]

Ontmoeten

Ontmoeten

3 [trzy]

Poznawać

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Pools Geluid meer
Hallo! C--ść! C_____ C-e-ć- ------ Cześć! 0
Dag! D---ń -ob--! D____ d_____ D-i-ń d-b-y- ------------ Dzień dobry! 0
Hoe gaat het? C- ---c--ć--/ J-k l-c-? C_ s_______ / J__ l____ C- s-y-h-ć- / J-k l-c-? ----------------------- Co słychać? / Jak leci? 0
Komt u uit Europa? P-cho-z---a--/ ---i-- -u-o--?-/ Po-hod---pa-stw- z--ur--y? P_______ p__ / p___ z E______ / P_______ p______ z E______ P-c-o-z- p-n / p-n- z E-r-p-? / P-c-o-z- p-ń-t-o z E-r-p-? ---------------------------------------------------------- Pochodzi pan / pani z Europy? / Pochodzą państwo z Europy? 0
Komt u uit Amerika? Po----z- p-- /--ani ----er-ki--/ P----dzą p-ńst-o z Ame-y--? P_______ p__ / p___ z A_______ / P_______ p______ z A_______ P-c-o-z- p-n / p-n- z A-e-y-i- / P-c-o-z- p-ń-t-o z A-e-y-i- ------------------------------------------------------------ Pochodzi pan / pani z Ameryki? / Pochodzą państwo z Ameryki? 0
Komt u uit Azië? P-c-o----p-- - p--i z-----------ch-d-ą-pań--w--z -z--? P_______ p__ / p___ z A____ / P_______ p______ z A____ P-c-o-z- p-n / p-n- z A-j-? / P-c-o-z- p-ń-t-o z A-j-? ------------------------------------------------------ Pochodzi pan / pani z Azji? / Pochodzą państwo z Azji? 0
In welk hotel verblijft u? W--tó--m -----u p---/-pa-i-m--s-ka----- -tó--m h--elu --ń--wo--i-sz-aj-? W k_____ h_____ p__ / p___ m_______ / W k_____ h_____ p______ m_________ W k-ó-y- h-t-l- p-n / p-n- m-e-z-a- / W k-ó-y- h-t-l- p-ń-t-o m-e-z-a-ą- ------------------------------------------------------------------------ W którym hotelu pan / pani mieszka? / W którym hotelu państwo mieszkają? 0
Hoe lang bent u er al? Jak d-ug- p-n / ------uż--u--es-? / J-k---u-o-pań---- --ż-tu--ą? J__ d____ p__ / p___ j__ t_ j____ / J__ d____ p______ j__ t_ s__ J-k d-u-o p-n / p-n- j-ż t- j-s-? / J-k d-u-o p-ń-t-o j-ż t- s-? ---------------------------------------------------------------- Jak długo pan / pani już tu jest? / Jak długo państwo już tu są? 0
Hoe lang blijft u? J-k-długo p-n-/---ni-tu zo---ni-? / -ak dł-g- --ń---o--u-z--t-ną? J__ d____ p__ / p___ t_ z________ / J__ d____ p______ t_ z_______ J-k d-u-o p-n / p-n- t- z-s-a-i-? / J-k d-u-o p-ń-t-o t- z-s-a-ą- ----------------------------------------------------------------- Jak długo pan / pani tu zostanie? / Jak długo państwo tu zostaną? 0
Bevalt het u hier? P-d-b- się-p-nu-/ -a-i tu-aj? -----o-a s------s----t-t-j? P_____ s__ p___ / p___ t_____ / P_____ s__ p______ t_____ P-d-b- s-ę p-n- / p-n- t-t-j- / P-d-b- s-ę p-ń-t-u t-t-j- --------------------------------------------------------- Podoba się panu / pani tutaj? / Podoba się państwu tutaj? 0
Bent u hier met vakantie? Je-t --n-- pa------a-------lo--e?----ą---ńs--o tu--- -a -rlo--e? J___ p__ / p___ t____ n_ u_______ / S_ p______ t____ n_ u_______ J-s- p-n / p-n- t-t-j n- u-l-p-e- / S- p-ń-t-o t-t-j n- u-l-p-e- ---------------------------------------------------------------- Jest pan / pani tutaj na urlopie? / Są państwo tutaj na urlopie? 0
Kom me een keer opzoeken! Pro--ę mni- o-wi-d--ć! P_____ m___ o_________ P-o-z- m-i- o-w-e-z-ć- ---------------------- Proszę mnie odwiedzić! 0
Hier is mijn adres. Tu--est --j-adr--. T_ j___ m__ a_____ T- j-s- m-j a-r-s- ------------------ Tu jest mój adres. 0
Zien we elkaar morgen? Z-b-c--my-s-- j--ro? Z________ s__ j_____ Z-b-c-y-y s-ę j-t-o- -------------------- Zobaczymy się jutro? 0
Sorry, maar ik heb al plannen. Pr--k-o--i- -a---n-- plany. P______ m__ m__ i___ p_____ P-z-k-o m-, m-m i-n- p-a-y- --------------------------- Przykro mi, mam inne plany. 0
Dag! Cz-ść! C_____ C-e-ć- ------ Cześć! 0
Tot ziens! Do--i-z---a! D_ w________ D- w-d-e-i-! ------------ Do widzenia! 0
Tot gauw! N----z-e! N_ r_____ N- r-z-e- --------- Na razie! 0

Alfabetten

Met taal kunnen we ons begrijpbaar maken. We vertellen anderen wat we denken of voelen. Ook schrijven heeft deze functie. De meeste talen hebben geschriften. Geschriften bestaan uit tekens. Deze tekens kunnen er anders uitzien. Vele geschriften bestaan uit letters. Deze geschriften worden alfabet genoemd Een alfabet is een geordende verzameling van grafische tekens. Deze tekens zijn volgens bepaalde regels met elkaar tot woorden verbonden. Bij elke teken hoort een vaste uitspraak. De term alfabet is afkomstig van de Griekse taal Daar zijn de eerste twee letters alfa en bèta. Door de geschiedenis heen waren er veel verschillende alfabetten. Al meer dan 3000 jaar geleden gingen de mensen tekens gebruiken. Vroeger waren de tekens magische symbolen. Er waren maar een paar, dat de betekenis hiervan wisten. Later hebben de tekens hun symbolische karakter verloren. Letters hebben tegenwoordig geen belang meer. Alleen in combinatie met andere letters levert dit een zin op. Geschriften zoals van de chinezen functioneren op een andere manier Ze zien eruit als afbeeldingen en laten de betekenis hiervan zien. Als wij aan het schrijven zijn, gaan wij onze gedachten coderen. We maken gebruik van tekens om onze kennis vast te stellen. Onze hersenen heeft het alfabet leren ontcijferen. Tekens werden woorden en woorden werden ideeën. Zo kan een tekst duizenden jaren overleven. En nog steeds begrepen worden ...
Wist je dat?
Bengaals behoort tot de Indo-Iraanse talen. Voor ongeveer 220 miljoen mensen is het de moedertaal. Meer dan 140 miljoen van hen wonen in Bangladesh. Bovendien zijn er ongeveer 75 miljoen mensen die het in India spreken. Andere groepen die deze taal spreken zijn te vinden in Maleisië, Nepal en Saoedi-Arabië. Daarmee behoort Bengaals tot de meest gesproken talen ter wereld. De taal heeft zijn eigen lettertype. Ook de nummers hebben een eigen karakter. Tegenwoordig worden meestal Arabische cijfers gebruikt. De woordvolgorde van het Bengaals heeft vaste regels. Eerst komt het onderwerp, dan het doel, en als laatste het werkwoord. Een grammaticale geslacht bestaat niet. Zelfs zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden veranderen heel weinig. Dit is goed voor degenen die deze belangrijke taal willen leren. En dat zullen velen doen!