Taalgids

nl In de natuur   »   ca Al camp

26 [zesentwintig]

In de natuur

In de natuur

26 [vint-i-sis]

Al camp

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Catalaans Geluid meer
Zie je die toren daar? Veus----- -a tor-e? V___ a___ l_ t_____ V-u- a-l- l- t-r-e- ------------------- Veus allà la torre? 0
Zie je die berg daar? Veus --là la-----a---? V___ a___ l_ m________ V-u- a-l- l- m-n-a-y-? ---------------------- Veus allà la muntanya? 0
Zie je dat dorp daar? V-us ------l -----? V___ a___ e_ p_____ V-u- a-l- e- p-b-e- ------------------- Veus allà el poble? 0
Zie je die rivier daar? V-u--a--à-el --u? V___ a___ e_ r___ V-u- a-l- e- r-u- ----------------- Veus allà el riu? 0
Zie je die brug daar? Ve-s-a--- el-p--t? V___ a___ e_ p____ V-u- a-l- e- p-n-? ------------------ Veus allà el pont? 0
Zie je dat meer daar? Ve---all-----llac? V___ a___ e_ l____ V-u- a-l- e- l-a-? ------------------ Veus allà el llac? 0
Die vogel vind ik mooi. M-----da aqu----oce--. M_______ a_____ o_____ M-a-r-d- a-u-l- o-e-l- ---------------------- M’agrada aquell ocell. 0
Die boom vind ik mooi. M’a-ra------e-- a--re. M_______ a_____ a_____ M-a-r-d- a-u-l- a-b-e- ---------------------- M’agrada aquell arbre. 0
Deze steen vind ik mooi. M-agr--a -q---t- --dr-. M_______ a______ p_____ M-a-r-d- a-u-s-a p-d-a- ----------------------- M’agrada aquesta pedra. 0
Dat park vind ik mooi. M’-g--d---q--ll-p--c. M_______ a_____ p____ M-a-r-d- a-u-l- p-r-. --------------------- M’agrada aquell parc. 0
Die tuin vind ik mooi. M-ag--da ---ell-ja---. M_______ a_____ j_____ M-a-r-d- a-u-l- j-r-í- ---------------------- M’agrada aquell jardí. 0
Deze bloem vind ik mooi. M--------a--es-a---or. M_______ a______ f____ M-a-r-d- a-u-s-a f-o-. ---------------------- M’agrada aquesta flor. 0
Ik vind dat mooi. Ho-t--b- b-ni-. H_ t____ b_____ H- t-o-o b-n-c- --------------- Ho trobo bonic. 0
Ik vind dat interessant. Em--e-bla--n-e----a--. E_ s_____ i___________ E- s-m-l- i-t-r-s-a-t- ---------------------- Em sembla interessant. 0
Ik vind dat prachtig. Ho t-o-o mer-v-l--s. H_ t____ m__________ H- t-o-o m-r-v-l-ó-. -------------------- Ho trobo meravellós. 0
Ik vind dat lelijk. E---e-b-a-l----. E_ s_____ l_____ E- s-m-l- l-e-g- ---------------- Em sembla lleig. 0
Ik vind dat saai. Em -emb---avo--i-. E_ s_____ a_______ E- s-m-l- a-o-r-t- ------------------ Em sembla avorrit. 0
Ik vind dat vreselijk. E--se--l---------e. E_ s_____ h________ E- s-m-l- h-r-i-l-. ------------------- Em sembla horrible. 0

Talen en Spreekwoorden

Elke taal heeft spreekwoorden. Daarmee zijn spreekwoorden een belangrijk onderdeel van de nationale identiteit. Spreekwoorden tonen de waarden en normen van een land. Hun vorm is algemeen bekend en vast, en dus niet veranderlijk. Spreekwoorden zijn altijd kort en bondig. Vaak worden daarin metaforen gebruikt. Veel spreekwoorden zijn poëtisch aangelegd. De meeste spreekwoorden geven ons advies of gedragscodes. Sommige spreekwoorden oefenen ook veel kritiek uit. Spreekwoorden maken vaak gebruik van stereotypen. Het gaat zogenaamd om de kenmerken van andere landen of volkeren. Spreekwoorden hebben een zeer lange traditie. Aristoteles prees het als korte filosofische stukken. In de retoriek en literatuur zijn ze een belangrijk stijlmiddel. Het bijzondere aan spreekwoorden is dat ze altijd actueel blijven. In de taalkunde is de discipline die hun bezig houden. Veel spreekwoorden bestaan in verschillende talen. Daarbij kunnen ze lexicaal gelijk zijn. Sprekers van verschillende talen gebruiken dan dezelfde woorden. Bellende Hunde beißen nicht, Perro que ladra no muerde. (DE-ES) Andere spreekwoorden zijn semantisch identiek. Dat wil zeggen dat dezelfde inhoud door andere woorden wordt weergegeven. Appeler un chat un chat, Dire pane al pane e vino al vino. (FR-IT) Spreekwoorden helpen ons om andere volkeren en culturen te begrijpen. Het meest interessant zijn de spreekwoorden die over de hele wereld bestaan. Het gaat over de "grote" problemen van het menselijk leven. Deze spreekwoorden behandelen ook universele ervaring. Ze laten zien: we zijn allemaal gelijk - het maakt niet uit welke taal we spreken!
Wist je dat?
Lets behoort tot de oostelijke groep van de Baltische talen. Het wordt door meer dan 2 miljoen mensen gesproken. Het Lets is het nauwst verwant met het Litouws. Desalniettemin zijn beide talen niet met elkaar vergelijkbaar. Het kan zijn dat een Litouwse en een Let met elkaar gaan praten in het Russisch. De structuur van de Letse taal is ook minder archaïsch dan die van het Litouws.. In de traditionele liederen en gedichten zijn er echter vele oude elementen te vinden. Deze tonen bijvoorbeeld de verwantschap tussen het Lets en het Latijn. De Letse woordenschat is zeer interessant opgebouwd. Het bevat veel woorden uit andere talen. Hiertoe behoren bijvoorbeeld Duits, Zweeds, Russisch of Engels. Sommige woorden zijn onlangs ontstaan, omdat ze gewoon tot nu toe ontbraken. Lets wordt met het Latijne alfabet geschreven en de klemtoon ligt op de eerste lettergreep. De grammatica kent vele bijzonderheden die niet bestaan in andere talen. Maar hun regels zijn altijd helder en eenduidig.