Taalgids

nl Small Talk 1   »   es Pequeñas Conversaciones 1

20 [twintig]

Small Talk 1

Small Talk 1

20 [veinte]

Pequeñas Conversaciones 1

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Spaans Geluid meer
Maak het uzelf gemakkelijk! ¡----ase cómo-o! ¡_______ c______ ¡-ó-g-s- c-m-d-! ---------------- ¡Póngase cómodo!
Doe alsof u thuis bent! ¡--én-a-- c--o-e- -a-a! ¡________ c___ e_ c____ ¡-i-n-a-e c-m- e- c-s-! ----------------------- ¡Siéntase como en casa!
Wat wilt u drinken? ¿--- --------r-a t-mar? ¿___ l_ g_______ t_____ ¿-u- l- g-s-a-í- t-m-r- ----------------------- ¿Qué le gustaría tomar?
Houdt u van muziek? ¿L-----ta -----s-ca? ¿__ g____ l_ m______ ¿-e g-s-a l- m-s-c-? -------------------- ¿Le gusta la música?
Ik houd van klassieke muziek. M---us-a--a-m--i-a -lás-ca. M_ g____ l_ m_____ c_______ M- g-s-a l- m-s-c- c-á-i-a- --------------------------- Me gusta la música clásica.
Dit zijn mijn cd’s. A--- -stá- m-- CDs. A___ e____ m__ C___ A-u- e-t-n m-s C-s- ------------------- Aquí están mis CDs.
Speelt u een muziekinstrument? ¿--c- -u------a-g-n-ins--u-ent- mus-ca-? ¿____ (______ a____ i__________ m_______ ¿-o-a (-s-e-) a-g-n i-s-r-m-n-o m-s-c-l- ---------------------------------------- ¿Toca (usted) algún instrumento musical?
Dit is mijn gitaar. A--í-e--- -- -u-tar-a. A___ e___ m_ g________ A-u- e-t- m- g-i-a-r-. ---------------------- Aquí está mi guitarra.
Houdt u van zingen? ¿---gu------n-a-? ¿__ g____ c______ ¿-e g-s-a c-n-a-? ----------------- ¿Le gusta cantar?
Heeft u kinderen? ¿-ie-- -uste--------? ¿_____ (______ n_____ ¿-i-n- (-s-e-) n-ñ-s- --------------------- ¿Tiene (usted) niños?
Heeft u een hond? ¿T---- ---t--) ---perro? ¿_____ (______ u_ p_____ ¿-i-n- (-s-e-) u- p-r-o- ------------------------ ¿Tiene (usted) un perro?
Heeft u een kat? ¿-i--- --s--d- -n-ga--? ¿_____ (______ u_ g____ ¿-i-n- (-s-e-) u- g-t-? ----------------------- ¿Tiene (usted) un gato?
Dit zijn mijn boeken. A-uí ----- m-- li--os. A___ e____ m__ l______ A-u- e-t-n m-s l-b-o-. ---------------------- Aquí están mis libros.
Ik lees nu dit boek. En est--momen-- es--- l--e--- -st----b-o. E_ e___ m______ e____ l______ e___ l_____ E- e-t- m-m-n-o e-t-y l-y-n-o e-t- l-b-o- ----------------------------------------- En este momento estoy leyendo este libro.
Wat leest u graag? ¿Q-- -e--usta -ee-? ¿___ l_ g____ l____ ¿-u- l- g-s-a l-e-? ------------------- ¿Qué le gusta leer?
Gaat u graag naar concerten? ¿-- ---ta -- --co-c--rt-s? ¿__ g____ i_ a c__________ ¿-e g-s-a i- a c-n-i-r-o-? -------------------------- ¿Le gusta ir a conciertos?
Gaat u graag naar het theater? ¿L--gus---i- -l-t-at-o? ¿__ g____ i_ a_ t______ ¿-e g-s-a i- a- t-a-r-? ----------------------- ¿Le gusta ir al teatro?
Gaat u graag naar de opera? ¿-e--us-a -- - -------a? ¿__ g____ i_ a l_ ó_____ ¿-e g-s-a i- a l- ó-e-a- ------------------------ ¿Le gusta ir a la ópera?

Moedertaal en vadertaal!

Van wie heeft u als kind uw taal geleerd? U zult zeker zeggen: van de moeder! Dat denken de meeste mensen in deze wereld. De term moedertaal bestaat in bijna alle landen. Zowel de Engelsen als de Chinezen kennen dat. Misschien omdat moeders meer tijd spenderen met de kinderen. Recente onderzoeken komen echter tot andere conclusies. Zij tonen aan dat onze taal meestal de taal is van onze vaders. Onderzoekers bestudeerden genetisch materialen en talen van gemengde volkeren. Bij deze volkeren stammen de voorouders uit verschillende culturen. Deze volkeren zijn duizenden jaren geleden ontstaan. Grote volksverhuizingen waren de oorzaak. Het genetisch materiaal van deze gemengde volkeren werden genetisch geanalyseerd. Daarna werden de talen van de volkeren vergeleken. De meeste volkeren spreken de taal van hun mannelijke voorouders. Met andere woorden, de taal die behoort tot het Y-chromosoom. Mannen hebben dus hun taal naar vreemde landen meegebracht. En de vrouwen hebben de nieuwe taal van de mannen overgenomen. Maar zelfs tegenwoordig hebben mannen een grote invloed op onze taal. Omdat baby's zich bij het leren aan de taal van hun vaders gaan oriënteren. Vaders praten duidelijk minder met hun kinderen. Ook de mannelijke zinsbouw is eenvoudiger dan het vrouwelijke. Zo is de taal van de vader voor baby's meer geschikt. Het overdonderd niet en is gemakkelijker aan te leren. Daarom gaan kinderen bij het praten papa in plaats van mama nadoen. Later worden echter de woorden van de moeder voor de taal van het kind gebruikt. Dus invloeden zowel de moeder als ook de vader onze taal. Het moet eigenlijk de ouders taal heten!
Wist je dat?
Italiaans behoort tot de Romaanse talen. Dit betekent dat het is voortgekomen uit het Latijn. Voor ongeveer 70 miljoen mensen is Italiaans de moedertaal. De meeste van hen wonen natuurlijk in Italië. Maar ook in Slovenië en Kroatië wordt Italiaans begrepen. Door de koloniale politiek werd de taal naar Afrika overgebracht. In Libië, Somalië en Eritrea begrijpen veel ouderen nog Italiaans. Talrijke emigranten namen de taal mee naar hun nieuwe huis. Vooral in Zuid-Amerika zijn er veel Italiaanssprekende gemeenschappen. Vaak wordt daar het Italiaans gemengd met het Spaans en vormen zich nieuwe talen. Het bijzondere van het Italiaans zijn de vele dialecten. Sommige wetenschappers spreken zelfs van een eigen taal. De spelling van het Italiaans is niet moeilijk, het hangt af van de uitspraak. Voor veel mensen is Italiaans de mooiste taal ter wereld! Misschien omdat het de taal van de muziek, design en lekker eten is?