Taalgids

nl iets leuk vinden   »   es querer algo

70 [zeventig]

iets leuk vinden

iets leuk vinden

70 [setenta]

querer algo

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Spaans Geluid meer
Wilt u roken? ¿Q-er--- (us-e-) --ma-? ¿_______ (______ f_____ ¿-u-r-í- (-s-e-) f-m-r- ----------------------- ¿Querría (usted) fumar?
Wilt u dansen? ¿--e-r---(ust--) ---la-? ¿_______ (______ b______ ¿-u-r-í- (-s-e-) b-i-a-? ------------------------ ¿Querría (usted) bailar?
Wilt u wandelen? ¿Qu--r---(-st-d)-p---ar? ¿_______ (______ p______ ¿-u-r-í- (-s-e-) p-s-a-? ------------------------ ¿Querría (usted) pasear?
Ik wil graag roken. (----qu--rí---uma-. (___ q______ f_____ (-o- q-e-r-a f-m-r- ------------------- (Yo) querría fumar.
Wil je een sigaret? ¿Q-e-r--s------gar--ll-? ¿________ u_ c__________ ¿-u-r-í-s u- c-g-r-i-l-? ------------------------ ¿Querrías un cigarrillo?
Hij wil een vuurtje. (É---q-err---u- --c--d-d-r. (___ q______ u_ e__________ (-l- q-e-r-a u- e-c-n-e-o-. --------------------------- (Él) querría un encendedor.
Ik wil graag iets drinken. (Yo) q-e-rí- beber alg-. (___ q______ b____ a____ (-o- q-e-r-a b-b-r a-g-. ------------------------ (Yo) querría beber algo.
Ik wil graag iets eten. Q----ía -omer al--. Q______ c____ a____ Q-e-r-a c-m-r a-g-. ------------------- Querría comer algo.
Ik wil graag een beetje uitrusten. Quer-ía -e-ca---- -n --co. Q______ d________ u_ p____ Q-e-r-a d-s-a-s-r u- p-c-. -------------------------- Querría descansar un poco.
Ik wil u graag iets vragen. Q--r--a--r-gu--a-l--a-g-. Q______ p__________ a____ Q-e-r-a p-e-u-t-r-e a-g-. ------------------------- Querría preguntarle algo.
Ik wil u graag om iets vragen. Q-e-r-- pe--r-----g-. Q______ p______ a____ Q-e-r-a p-d-r-e a-g-. --------------------- Querría pedirle algo.
Ik wil u graag ergens voor uitnodigen. Q-e-r----nvit--l- - -la-----go. Q______ i________ / -__ a a____ Q-e-r-a i-v-t-r-e / --a a a-g-. ------------------------------- Querría invitarle / -la a algo.
Wat wilt u graag? ¿--é-que--í--- -es--? ¿___ q______ / d_____ ¿-u- q-e-r-a / d-s-a- --------------------- ¿Qué querría / desea?
Wilt u koffie? ¿Quer-í- (-s-ed---- --f-? ¿_______ (______ u_ c____ ¿-u-r-í- (-s-e-) u- c-f-? ------------------------- ¿Querría (usted) un café?
Of wilt u liever thee? ¿O -r-fi--e--- -é? ¿_ p_______ u_ t__ ¿- p-e-i-r- u- t-? ------------------ ¿O prefiere un té?
Wij willen graag naar huis rijden. Qu-rr---o- --nos-a --s-. Q_________ i____ a c____ Q-e-r-a-o- i-n-s a c-s-. ------------------------ Querríamos irnos a casa.
Willen jullie een taxi? ¿Q----í-i--u- t-xi? ¿_________ u_ t____ ¿-u-r-í-i- u- t-x-? ------------------- ¿Querríais un taxi?
Zij willen graag telefoneren. (-llo- - -l--s---ue--ía- --am-r -o- t--éfono. (_____ / e_____ q_______ l_____ p__ t________ (-l-o- / e-l-s- q-e-r-a- l-a-a- p-r t-l-f-n-. --------------------------------------------- (Ellos / ellas) querrían llamar por teléfono.

Twee talen = twee talencentra!

Als we een taal leren, zijn onze hersenen is niet hetzelfde. Omdat er meerdere geheugen voor verschillende talen zijn. Niet alle talen die we leren worden samen opgeslagen. De talen die wij als volwassenen leren, hebben hun eigen geheugen. Dat wil zeggen, dat de hersenen de nieuwe regels in een ander gebied verwerkt. Ze worden niet samen met de moedertaal geplaatst. Mensen die tweetalige opgroeien gaan maar één gebied gebruiken. Verschillende onderzoeken zijn tot dit resultaat gekomen. Neuronwetenschappers hebben verschillende testpersonen onderzocht. Deze testpersonen spraken twee talen vloeiend. Een deel van de testpersonen werden met twee talen opgegroeid. Het andere deel heeft een tweede taal later geleerd. In de taaltesten konden de onderzoekers de hersenactiviteit meten. Zo zagen zij welke hersengebieden bij de tests werkzaam waren. En zij zagen dat de "laat" lerende twee talen centra hebben! Dit hadden onderzoekers al een geruime tijd verondersteld. Mensen met een hersenletsel tonen verschillende symptomen. Zo kan het hersenletsel leiden tot taalproblemen. Zij kunnen dan de woorden minder goed uitspreken en begrijpen. Tweetalige slachtoffers vertonen soms bijzondere symptomen. Hun spraakproblemen hoefden niet altijd op beide talen van toepassing zijn. Als slechts een gedeelte van de hersenen beschadigd is, kan het andere nog steeds functioneren. Dan spreken de patiënten de ene taal beter dan de andere. Ook worden de twee talen met verschillende snelheden opnieuw geleerd. Dit bewijst dat de twee talen niet in dezelfde gebieden worden opgeslagen. Omdat het niet tegelijkertijd geleerd wordt, vormt het twee centra. Het is nog onbekend op welke manier onze hersenen meerdere talen beheert. De nieuwe bevindingen kunnen ook tot nieuwe leerstrategieën leiden...