Taalgids

nl Fruit en levensmiddelen   »   es Frutas y alimentos

15 [vijftien]

Fruit en levensmiddelen

Fruit en levensmiddelen

15 [quince]

Frutas y alimentos

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Spaans Geluid meer
Ik heb een aardbei. Y--teng- u-a fr-sa. Y_ t____ u__ f_____ Y- t-n-o u-a f-e-a- ------------------- Yo tengo una fresa.
Ik heb een kiwi en een meloen. Yo--e--- ---ki-i-- un ---ón. Y_ t____ u_ k___ y u_ m_____ Y- t-n-o u- k-w- y u- m-l-n- ---------------------------- Yo tengo un kiwi y un melón.
Ik heb een sinaasappel en een grapefruit. Y--ten-o--na na----- - ---p----o-- u-- -oro-------.-. Y_ t____ u__ n______ y u_ p_____ / u__ t______ (_____ Y- t-n-o u-a n-r-n-a y u- p-m-l- / u-a t-r-n-a (-m-)- ----------------------------------------------------- Yo tengo una naranja y un pomelo / una toronja (am.).
Ik heb een appel en een mango. Yo t--g- -n---anza-a-y--n--a---. Y_ t____ u__ m______ y u_ m_____ Y- t-n-o u-a m-n-a-a y u- m-n-o- -------------------------------- Yo tengo una manzana y un mango.
Ik heb een banaan en een ananas. Y---e-go -n -lá---o---una-p-ña /---- -an-n--- -n-a-a--s--a---. Y_ t____ u_ p______ y u__ p___ / u__ b_____ y u_ a_____ (_____ Y- t-n-o u- p-á-a-o y u-a p-ñ- / u-a b-n-n- y u- a-a-á- (-m-)- -------------------------------------------------------------- Yo tengo un plátano y una piña / una banana y un ananás (am.).
Ik maak een fruitsalade. Y------- haciendo ----e--a-ad- de-f-----. Y_ e____ h_______ u__ e_______ d_ f______ Y- e-t-y h-c-e-d- u-a e-s-l-d- d- f-u-a-. ----------------------------------------- Yo estoy haciendo una ensalada de frutas.
Ik eet toast. Y- -s-----om-endo u-a ---ta-a /--n--a-----t--- -am--. Y_ e____ c_______ u__ t______ / u_ p__ t______ (_____ Y- e-t-y c-m-e-d- u-a t-s-a-a / u- p-n t-s-a-o (-m-)- ----------------------------------------------------- Yo estoy comiendo una tostada / un pan tostado (am.).
Ik eet toast met boter. Y- -s--y----ie----u-a-to-t----/ -n-pan--o-tad--(---- co---a--e-----a. Y_ e____ c_______ u__ t______ / u_ p__ t______ (____ c__ m___________ Y- e-t-y c-m-e-d- u-a t-s-a-a / u- p-n t-s-a-o (-m-) c-n m-n-e-u-l-a- --------------------------------------------------------------------- Yo estoy comiendo una tostada / un pan tostado (am.) con mantequilla.
Ik eet toast met boter en jam. Yo es--- -omi-----un- t-st--a-/--- --- --stado ---.) --- m-n-------a---m-r-ela--. Y_ e____ c_______ u__ t______ / u_ p__ t______ (____ c__ m__________ y m_________ Y- e-t-y c-m-e-d- u-a t-s-a-a / u- p-n t-s-a-o (-m-) c-n m-n-e-u-l-a y m-r-e-a-a- --------------------------------------------------------------------------------- Yo estoy comiendo una tostada / un pan tostado (am.) con mantequilla y mermelada.
Ik eet een boterham. Y--estoy co-i---- un-sa-dw-ch - --par--ado-(--.-. Y_ e____ c_______ u_ s_______ / e_________ (_____ Y- e-t-y c-m-e-d- u- s-n-w-c- / e-p-r-d-d- (-m-)- ------------------------------------------------- Yo estoy comiendo un sandwich / emparedado (am.).
Ik eet een boterham met halvarine. Y--est-------en-- un san-wi-h --emp-r-d-do--am-) c----a--ar-na. Y_ e____ c_______ u_ s_______ / e_________ (____ c__ m_________ Y- e-t-y c-m-e-d- u- s-n-w-c- / e-p-r-d-d- (-m-) c-n m-r-a-i-a- --------------------------------------------------------------- Yo estoy comiendo un sandwich / emparedado (am.) con margarina.
Ik eet een boterham met halvarine en tomaat. Y- ---o- c-mi-n-- -n --nd-i-h-/-e---r---d- (a-.)--on-m-r--ri---- -o-ate. Y_ e____ c_______ u_ s_______ / e_________ (____ c__ m________ y t______ Y- e-t-y c-m-e-d- u- s-n-w-c- / e-p-r-d-d- (-m-) c-n m-r-a-i-a y t-m-t-. ------------------------------------------------------------------------ Yo estoy comiendo un sandwich / emparedado (am.) con margarina y tomate.
We hebben brood en rijst nodig. N-sotros-/-n----r-s--e-e-ita-os p-n-- -rr--. N_______ / n_______ n__________ p__ y a_____ N-s-t-o- / n-s-t-a- n-c-s-t-m-s p-n y a-r-z- -------------------------------------------- Nosotros / nosotras necesitamos pan y arroz.
We hebben vis en biefstuk nodig. N--o-ro- / ---o---s ---esi-a--s-p-s--do---b---e--. N_______ / n_______ n__________ p______ y b_______ N-s-t-o- / n-s-t-a- n-c-s-t-m-s p-s-a-o y b-s-e-s- -------------------------------------------------- Nosotros / nosotras necesitamos pescado y bistecs.
We hebben pizza en spaghetti nodig. No---r-s-- -oso---- n-ces-ta-o- -iz---y-------e-i. N_______ / n_______ n__________ p____ y e_________ N-s-t-o- / n-s-t-a- n-c-s-t-m-s p-z-a y e-p-g-e-i- -------------------------------------------------- Nosotros / nosotras necesitamos pizza y espagueti.
Wat hebben we nog nodig? ¿--é---s-ne-e---am-s? ¿___ m__ n___________ ¿-u- m-s n-c-s-t-m-s- --------------------- ¿Qué más necesitamos?
We hebben wortelen en tomaten nodig voor de soep. Noso-----/ n-sotras -e-es-t-m-- ----ho---s ----mat-s----- la-sopa. N_______ / n_______ n__________ z_________ y t______ p___ l_ s____ N-s-t-o- / n-s-t-a- n-c-s-t-m-s z-n-h-r-a- y t-m-t-s p-r- l- s-p-. ------------------------------------------------------------------ Nosotros / nosotras necesitamos zanahorias y tomates para la sopa.
Waar is de supermarkt? ¿-ó-d- --- un-su-er-ercado? ¿_____ h__ u_ s____________ ¿-ó-d- h-y u- s-p-r-e-c-d-? --------------------------- ¿Dónde hay un supermercado?

Media en de taal

Onze taal wordt ook door de media beïnvloed. Vooral de nieuwe media speelt een belangrijke rol. Het SMS, e-mail en chat heeft een eigen taal ontwikkeld. Deze media is natuurlijk in elk land verschillend. Er bevinden zich bepaalde eigenschapen in alle media talen. De snelheid is van groot belang voor de gebruikers. Hoewel we schrijven willen we ook een live communicatie te creëren. Dit houdt in dat we zo snel mogelijk informatie willen uitwisselen. We simuleren een echt gesprekssituatie. Onze taal heeft daardoor in een mondeling karakter gekregen. Woorden of zinnen zijn vaak afgekort. De regels van de grammatica of interpunctie worden meestal genegeerd. Onze spelling is meer open en voorzetsels ontbreken vaak. Gevoelens in de mediataal worden slechts zelden mondeling uitgedrukt. Hier gebruiken we liever het zogenaamde emoticons. Deze symbolen laten zien wat we nu voelen. Ook hebben ze bij SMS hun eigen codes en een straattaal voor de chat communicatie. Mediataal is daardoor een zeer ingekorte taal. Ze worden door alle gebruikers op soortgelijke wijze benut. Onderzoeken tonen aan dat het onderwijs en het intellect niet van belang zijn. Jonge mensen willen de mediataal graag gebruiken. Critici zeggen dat het ook onze taal in gevaar brengt. De wetenschap ziet dit fenomeen minder pessimistisch. Omdat kinderen weten wanneer ze moeten schrijven. Experts geloven zelfs dat de nieuwe media taal voordelen heeft. Omdat de taalvaardigheid en creativiteit van kinderen wordt bevorderd. En: Vandaag wordt weer meer geschreven - geen brieven, maar e-mails! Dat maakt ons toch blij!
Wist je dat?
Georgisch wordt door ongeveer 4 miljoen mensen gesproken. De Georgische taal behoort tot de Zuid-Kaukasische talen. Het wordt met een eigen tekensysteem geschreven, een Georgische alfabet. Dit lettertype heeft 33 letters. Ze hebben dezelfde volgorde als het Griekse alfabet. Het Georgische lettertype is waarschijnlijk ontstaan uit het Aramees. Typisch voor het Georgisch zijn de vele aaneengesloten medeklinkers. Voor buitenlanders zijn sommige Georgische woorden dan ook moeilijk uit te spreken. Ook de grammatica is niet eenvoudig. Het bevat vele elementen die geen andere taal heeft. De Georgische woordenschat vertelt veel over de geschiedenis van de Kaukasus. Het bevat veel woorden die zijn overgenomen uit andere talen. Hiertoe behoren bijvoorbeeld Grieks, Perzisch, Arabisch, Russisch en Turks. Het bijzondere van Georgisch is zijn lange traditie... Georgisch behoort tot de oudst levende cultuurtalen ter wereld!