Taalgids

nl Autopech   »   pl Awaria samochodu

39 [negenendertig]

Autopech

Autopech

39 [trzydzieści dziewięć]

Awaria samochodu

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Pools Geluid meer
Waar is het volgende tankstation? Gd--e --st-na---i--za--ta--a ----yn-w-? G____ j___ n_________ s_____ b_________ G-z-e j-s- n-j-l-ż-z- s-a-j- b-n-y-o-a- --------------------------------------- Gdzie jest najbliższa stacja benzynowa? 0
Ik heb een lekke band. Zła--ł-- --zł-p---- gumę. Z_______ / z_______ g____ Z-a-a-e- / z-a-a-a- g-m-. ------------------------- Złapałem / złapałam gumę. 0
Kunt u het wiel verwisselen? M-ż- mi pan --pa-i z-ien-ć -oł-? M___ m_ p__ / p___ z______ k____ M-ż- m- p-n / p-n- z-i-n-ć k-ł-? -------------------------------- Może mi pan / pani zmienić koło? 0
Ik heb een paar liter diesel nodig. Po-r--b-ję -------i-rów------ -a-ędow-g-. P_________ k____ l_____ o____ n__________ P-t-z-b-j- k-l-a l-t-ó- o-e-u n-p-d-w-g-. ----------------------------------------- Potrzebuję kilka litrów oleju napędowego. 0
Ik heb geen benzine meer. Zabr-k-o -- b--zyn-. Z_______ m_ b_______ Z-b-a-ł- m- b-n-y-y- -------------------- Zabrakło mi benzyny. 0
Heeft u een jerrycan? M----- ------ --n----r -a -enzynę? M_ p__ / p___ k_______ n_ b_______ M- p-n / p-n- k-n-s-e- n- b-n-y-ę- ---------------------------------- Ma pan / pani kanister na benzynę? 0
Waar kan ik telefoneren? S-ąd--o-ę--adzw---ć? S___ m___ z_________ S-ą- m-g- z-d-w-n-ć- -------------------- Skąd mogę zadzwonić? 0
Ik heb een takeldienst nodig. Po-rze--a ---jes- p--o- -r---wa. P________ m_ j___ p____ d_______ P-t-z-b-a m- j-s- p-m-c d-o-o-a- -------------------------------- Potrzebna mi jest pomoc drogowa. 0
Ik zoek een garage. S--k-m----sz-at-. S_____ w_________ S-u-a- w-r-z-a-u- ----------------- Szukam warsztatu. 0
Er is een ongeluk gebeurd. Zd----ł-si- -y-ade-. Z______ s__ w_______ Z-a-z-ł s-ę w-p-d-k- -------------------- Zdarzył się wypadek. 0
Waar is de dichtbijzijnde telefoon? G-----jest naj----szy----ef--? G____ j___ n_________ t_______ G-z-e j-s- n-j-l-ż-z- t-l-f-n- ------------------------------ Gdzie jest najbliższy telefon? 0
Heeft u een telefoon bij u? Ma-pa- - --n- -r-y---bie ----r-ę? M_ p__ / p___ p___ s____ k_______ M- p-n / p-n- p-z- s-b-e k-m-r-ę- --------------------------------- Ma pan / pani przy sobie komórkę? 0
Wij hebben hulp nodig. P----e-ujem--------. P___________ p______ P-t-z-b-j-m- p-m-c-. -------------------- Potrzebujemy pomocy. 0
Bel een dokter! Proszę--e--a---ekar-a!-/-N--c- pan---p-ni --z--- le--rz-! P_____ w_____ l_______ / N____ p__ / p___ w_____ l_______ P-o-z- w-z-a- l-k-r-a- / N-e-h p-n / p-n- w-z-i- l-k-r-a- --------------------------------------------------------- Proszę wezwać lekarza! / Niech pan / pani wezwie lekarza! 0
Bel de politie! Prosz---e-w-ć--o--c----N-e-h ----- ---- w-zwi-------j-! P_____ w_____ p_______ N____ p__ / p___ w_____ p_______ P-o-z- w-z-a- p-l-c-ę- N-e-h p-n / p-n- w-z-i- p-l-c-ę- ------------------------------------------------------- Proszę wezwać policję! Niech pan / pani wezwie policję! 0
Uw papieren, alstublieft. Dokum----- p--sz-. D_________ p______ D-k-m-n-y- p-o-z-. ------------------ Dokumenty, proszę. 0
Uw rijbewijs, alstublieft. P--sz- pan--- p-ni--r-w---azd-. P_____ p___ / p___ p____ j_____ P-o-z- p-n- / p-n- p-a-o j-z-y- ------------------------------- Proszę pana / pani prawo jazdy. 0
Uw kentekenbewijs, alstublieft. Prosz- pana /--an---owó- --je-tr-c--n-. P_____ p___ / p___ d____ r_____________ P-o-z- p-n- / p-n- d-w-d r-j-s-r-c-j-y- --------------------------------------- Proszę pana / pani dowód rejestracyjny. 0

Taaltalent baby

Nog voordat ze kunnen spreken, weten baby's al veel van talen. Dat hebben verschillende experimenten aangetoond. In de speciale babylaboratoria wordt de ontwikkeling van kinderen onderzocht. Daarbij wordt ook onderzocht hoe kinderen leren te praten. Baby's zijn duidelijk slimmer dan we tot nu toe dachten. Al met 6 maanden hebben ze veel taalvaardigheid. Ze herkennen bijvoorbeeld hun moedertaal. Franse en Duitse baby's reageren verschillend op bepaalde geluiden. Verschillende intonatie patronen maken een ander gedrag. Baby's hebben ook een gevoel voor de nadruk van hun taal. Ook kunnen zeer kleine kinderen meerdere woorden uit hun hoofd leren. Ouders zijn erg belangrijk voor de taalontwikkeling van baby's. Omdat baby's ook direct na de geboorte interactie gebruiken. Ze willen communiceren met papa en mama. De interactie moet echter met positieve emoties gepaard gaan. Ouders moeten niet gestrest zijn als ze met hun baby praten. Het is ook niet goed als ze heel weinig met hun praten. Stress of stilte kan negatieve gevolgen hebben voor baby's. Hun taal ontwikkeling kan nadelig worden beïnvloed. Het leren begint voor baby's al in de buik! Zelfs voor hun geboorte reageren ze op de taal. Ze kunnen precies de akoestische signalen waarnemen. Na de geboorte herkennen ze deze signalen weer. Zelfs ongeboren kinderen leren al ritmes van de taal. De baby kan moeders stem al horen in de buik. Dan kan er al met ongeboren kinderen gesproken worden. Overdrijven moet men maar niet doen… Na de geboorte heeft het kind tijd genoeg om te oefenen!
Wist je dat?
Zweeds behoort tot de Noord-Germaanse talen. Het is de moedertaal van meer dan 8 miljoen mensen. Het wordt in Zweden en deels ook in Finland gesproken. Een Zweed kan vrij gemakkelijk met een Noor praten. Er is zelfs een mengtaal die elementen van beide talen combineert. Zelfs met Denen is een conversatie mogelijk wanneer alle partijen duidelijk spreken. Het Zweedse alfabet beschikt over 29 letters. Een kenmerk van het Zweeds is het duidelijke klinkersysteem. Lange en korte klinkers beslissen over de betekenis van een woord. De toonhoogte speelt ook een belangrijke rol in het Zweeds. Zweedse woorden en zinnen zijn over het algemeen vrij kort. De woordvolgorde heeft vaste regels. De grammatica is ook niet al te ingewikkeld. De structuren zijn gelijk aan die van de Engelse taal. Leer Zweeds, het is niet zo moeilijk!