Taalgids

nl Vakantieactiviteiten   »   pl Rekreacja

48 [achtenveertig]

Vakantieactiviteiten

Vakantieactiviteiten

48 [czterdzieści osiem]

Rekreacja

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Pools Geluid meer
Is het strand schoon? C---t- ---ża-je-t czys--? C__ t_ p____ j___ c______ C-y t- p-a-a j-s- c-y-t-? ------------------------- Czy ta plaża jest czysta? 0
Kan men daar zwemmen? Cz----żn---i--tam k-p--? C__ m____ s__ t__ k_____ C-y m-ż-a s-ę t-m k-p-ć- ------------------------ Czy można się tam kąpać? 0
Is het niet gevaarlijk om daar te zwemmen? C-y-ką-iel--e-t ta----zpi-cz--? C__ k_____ j___ t__ b__________ C-y k-p-e- j-s- t-m b-z-i-c-n-? ------------------------------- Czy kąpiel jest tam bezpieczna? 0
Kun je hier een parasol huren? Czy -o-n- -uta- ----ż-cz-ć-para-ol-przec--s--neczn-? C__ m____ t____ w_________ p______ p________________ C-y m-ż-a t-t-j w-p-ż-c-y- p-r-s-l p-z-c-w-ł-n-c-n-? ---------------------------------------------------- Czy można tutaj wypożyczyć parasol przeciwsłoneczny? 0
Kun je hier een ligstoel huren? C---m-ż---t--aj wy-ożyc------ż--? C__ m____ t____ w_________ l_____ C-y m-ż-a t-t-j w-p-ż-c-y- l-ż-k- --------------------------------- Czy można tutaj wypożyczyć leżak? 0
Kun je hier een boot huren? C----o-na-t- wy-o-----ć---dź? C__ m____ t_ w_________ ł____ C-y m-ż-a t- w-p-ż-c-y- ł-d-? ----------------------------- Czy można tu wypożyczyć łódź? 0
Ik zou graag willen surfen. Ch-----ym --Ch-i-ła-ym--o-u-f-wa-. C________ / C_________ p__________ C-c-a-b-m / C-c-a-a-y- p-s-r-o-a-. ---------------------------------- Chciałbym / Chciałabym posurfować. 0
Ik zou graag willen duiken. C-----b-- ---hcia---ym-pon-r-o--ć. C________ / C_________ p__________ C-c-a-b-m / C-c-a-a-y- p-n-r-o-a-. ---------------------------------- Chciałbym / Chciałabym ponurkować. 0
Ik zou graag willen waterskiën. Ch-iał----/ Chcia--b-- p------i---a-----ac---o---ch. C________ / C_________ p________ n_ n______ w_______ C-c-a-b-m / C-c-a-a-y- p-j-ź-z-ć n- n-r-a-h w-d-y-h- ---------------------------------------------------- Chciałbym / Chciałabym pojeździć na nartach wodnych. 0
Kun je een surfplank huren? C---mo-n- --p------- desk---ur-i-go--? C__ m____ w_________ d____ s__________ C-y m-ż-a w-p-ż-c-y- d-s-ę s-r-i-g-w-? -------------------------------------- Czy można wypożyczyć deskę surfingową? 0
Kun je een duikuitrusting huren? C-y ----a--y----c-yć-sp--ę- -- -u-ko-ania? C__ m____ w_________ s_____ d_ n__________ C-y m-ż-a w-p-ż-c-y- s-r-ę- d- n-r-o-a-i-? ------------------------------------------ Czy można wypożyczyć sprzęt do nurkowania? 0
Kun je waterski’s huren? C-y ----- ---o-y-z-ć-na-t- -----? C__ m____ w_________ n____ w_____ C-y m-ż-a w-p-ż-c-y- n-r-y w-d-e- --------------------------------- Czy można wypożyczyć narty wodne? 0
Ik ben nog maar een beginneling. Jest-m--o-z--k--ący - -oc------ą--. J_____ p___________ / p____________ J-s-e- p-c-ą-k-j-c- / p-c-ą-k-j-c-. ----------------------------------- Jestem początkujący / początkująca. 0
Ik hoor bij de middelmaat. Mo-e -mieję----c---ą -------. M___ u___________ s_ ś_______ M-j- u-i-j-t-o-c- s- ś-e-n-e- ----------------------------- Moje umiejętności są średnie. 0
Dat kan ik goed. Z--- s----j--)-na ---. Z___ s__ (____ n_ t___ Z-a- s-ę (-u-) n- t-m- ---------------------- Znam się (już) na tym. 0
Waar is de skilift? Gd-ie t--j-st-wyc-ą---a-c-a-s--? G____ t_ j___ w_____ n__________ G-z-e t- j-s- w-c-ą- n-r-i-r-k-? -------------------------------- Gdzie tu jest wyciąg narciarski? 0
Heb je dan ski’s bij je? Cz- -asz z- -------r--? C__ m___ z_ s___ n_____ C-y m-s- z- s-b- n-r-y- ----------------------- Czy masz ze sobą narty? 0
Heb je dan skischoenen bij je? Cz- -a-------obą-bu-y----ciar-ki-? C__ m___ z_ s___ b___ n___________ C-y m-s- z- s-b- b-t- n-r-i-r-k-e- ---------------------------------- Czy masz ze sobą buty narciarskie? 0

De taal van de afbeeldingen

Een Duits spreekwoord zegt: Een afbeelding zegt meer dan duizend woorden. Dit betekent dat afbeeldingen dikwijls sneller worden begrepen dan de taal. Ook kunnen afbeeldingen emoties beter overbrengen. Daarom worden in de reclame veel afbeeldingen gebruikt. Afbeeldingen functioneren anders dan de taal. Ze tonen ons verschillende dingen naast elkaar en zullen als één geheel werken. Dit wil zeggen dat alle afbeeldingen als een geheel een bepaald effect hebben. Bij de taal zullen beduidend meer woorden nodig zijn. Afbeeldingen en taal behoren echter tot elkaar. Om een afbeelding te kunnen beschrijven, moet er een taal bij gebruikt worden. En omgekeerd worden vele teksten alleen door middel van afbeeldingen begrijpelijk. De verhouding tussen beeld en taal worden door taalkundigen bestudeerd. Het roept de zich vraag op of afbeeldingen ook een eigen taal is. Wanneer er iets gefilmd wordt, kunnen we naar de afbeeldingen kijken. De boodschap van de film is eigenlijk niet concreet. Wanneer een afbeelding als taal wil functioneren, moet het wel concreet zijn. Hoe minder het laat zien, des te duidelijker zal de boodschap zijn. Een goed voorbeeld hiervan zijn pictogrammen. Pictogrammen zijn eenvoudig en unieke symbolen. Het vervangt de verbale taal, het is dus een visuele communicatie. Het pictogram voor een rookverbod kent iedereen wel. Het laat een doorgestreepte sigaret zien. Door de globalisering worden afbeeldingen steeds belangrijker. Maar ook de taal van de afbeelding moet men leren. Het wordt niet wereldwijd begrepen, ook al denken vele mensen dat. Doordat onze cultuur van invloed is geweest op de kennis van afbeeldingen. Wat we zien hangt af van verschillende factoren. Er zijn mensen die geen enkele sigaret zien, alleen maar donkere lijnen.
Wist je dat?
Het Turks behoort tot de familie van ongeveer 40 Turkse talen. Het is het meest verwant met de Azerbeidzjaanse taal. Het is de moedertaal of tweede taal voor meer dan 80 miljoen mensen. Ze leven vooral in Turkije en op de Balkan. Emigranten hebben het Turks ook naar Europa, Amerika en Australië overgebracht. Zelfs het Turks werd door andere talen beïnvloed. Vooral woorden uit het Arabisch en het Frans kan in de woordenschat worden gevonden. Een kenmerk van de Turkse taal zijn de vele dialecten. Het Istanbul dialect wordt beschouwd als de basis voor de hedendaagse standaardtaal. De grammatica verschilt in zes gevallen. Kenmerkend voor de Turkse taal is ook de agglutinerende taalstructuur. Dit betekent dat grammaticale vormen worden uitgedrukt door achtervoegsels. De volgorde van deze einden is vastgesteld, maar er kunnen er heel veel zijn. Dit principe onderscheidt het Turks van de Indo-Europese talen.