Taalgids

nl iets vragen   »   pl prosić o coś

74 [vierenzeventig]

iets vragen

iets vragen

74 [siedemdziesiąt cztery]

prosić o coś

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Pools Geluid meer
Kunt u mijn haar knippen? (--y) ---e-mi--a- / --ni----ąć w-o-y? (____ M___ m_ p__ / p___ ś____ w_____ (-z-) M-ż- m- p-n / p-n- ś-i-ć w-o-y- ------------------------------------- (Czy) Może mi pan / pani ściąć włosy? 0
Niet te kort graag. P--s-----e z- kr--ko. P_____ n__ z_ k______ P-o-z- n-e z- k-ó-k-. --------------------- Proszę nie za krótko. 0
Iets korter graag. P-oszę tro--ę -ró---. P_____ t_____ k______ P-o-z- t-o-h- k-ó-e-. --------------------- Proszę trochę krócej. 0
Kunt u de foto’s ontwikkelen? (-z-) Mo-- -i--an / pa-- w-woła- te z-j---a? (____ M___ m_ p__ / p___ w______ t_ z_______ (-z-) M-ż- m- p-n / p-n- w-w-ł-ć t- z-j-c-a- -------------------------------------------- (Czy) Może mi pan / pani wywołać te zdjęcia? 0
De foto’s staan op CD. Zdję----s- n- p-y--e-C-. Z______ s_ n_ p_____ C__ Z-j-c-a s- n- p-y-i- C-. ------------------------ Zdjęcia są na płycie CD. 0
De foto’s zitten in de camera. Z-ję--- ---- -paraci-. Z______ s_ w a________ Z-j-c-a s- w a-a-a-i-. ---------------------- Zdjęcia są w aparacie. 0
Kunt u de klok repareren? (Czy)--o-e -i-p-n / -a-i-n---a-----e- --ga-ek? (____ M___ m_ p__ / p___ n_______ t__ z_______ (-z-) M-ż- m- p-n / p-n- n-p-a-i- t-n z-g-r-k- ---------------------------------------------- (Czy) Może mi pan / pani naprawić ten zegarek? 0
Het glas is gebroken. Sz-ł--j--t -ot-u-zon-. S____ j___ p__________ S-k-o j-s- p-t-u-z-n-. ---------------------- Szkło jest potłuczone. 0
De batterij is leeg. B-----a-jes- p-sta. B______ j___ p_____ B-t-r-a j-s- p-s-a- ------------------- Bateria jest pusta. 0
Kunt u het hemd strijken? (C-y- Moż--p-- --p-n---yprasować--ę ko--ul-? (____ M___ p__ / p___ w_________ t_ k_______ (-z-) M-ż- p-n / p-n- w-p-a-o-a- t- k-s-u-ę- -------------------------------------------- (Czy) Może pan / pani wyprasować tę koszulę? 0
Kunt u de broek schoonmaken? (C-y- ---e-p-n --pan---yc-y---ć t- spo-ni-? (____ M___ p__ / p___ w________ t_ s_______ (-z-) M-ż- p-n / p-n- w-c-y-c-ć t- s-o-n-e- ------------------------------------------- (Czy) Może pan / pani wyczyścić te spodnie? 0
Kunt u de schoenen repareren? (-zy)-------a- --pani --p--w----e b---? (____ M___ p__ / p___ n_______ t_ b____ (-z-) M-ż- p-n / p-n- n-p-a-i- t- b-t-? --------------------------------------- (Czy) Może pan / pani naprawić te buty? 0
Kunt u mij een vuurtje geven? (Cz----o----a--/ --n- --ć-m- ognia? (____ M___ p__ / p___ d__ m_ o_____ (-z-) M-ż- p-n / p-n- d-ć m- o-n-a- ----------------------------------- (Czy) Może pan / pani dać mi ognia? 0
Heeft u een lucifer of een aansteker? (-z-- Ma-p-n ----n--z--a--i--u----p-lnicz-ę? (____ M_ p__ / p___ z______ l__ z___________ (-z-) M- p-n / p-n- z-p-ł-i l-b z-p-l-i-z-ę- -------------------------------------------- (Czy) Ma pan / pani zapałki lub zapalniczkę? 0
Heeft u een asbak? (-zy) ---p---- --ni p---el--c-kę? (____ M_ p__ / p___ p____________ (-z-) M- p-n / p-n- p-p-e-n-c-k-? --------------------------------- (Czy) Ma pan / pani popielniczkę? 0
Rookt u sigaren? (Cz-)-P--i--a- ---a-- -y-a--? (____ P___ p__ / p___ c______ (-z-) P-l- p-n / p-n- c-g-r-? ----------------------------- (Czy) Pali pan / pani cygara? 0
Rookt u sigaretten? (--y--P-----a- --p--- p--------? (____ P___ p__ / p___ p_________ (-z-) P-l- p-n / p-n- p-p-e-o-y- -------------------------------- (Czy) Pali pan / pani papierosy? 0
Rookt u pijp? (Czy- Pali--a--- pa---faj-ę? (____ P___ p__ / p___ f_____ (-z-) P-l- p-n / p-n- f-j-ę- ---------------------------- (Czy) Pali pan / pani fajkę? 0

Leren en lezen

Leren en lezen horen bij elkaar. Dit geldt natuurlijk ook bij het leren van een vreemde taal. Wie een nieuwe taal goed wil leren, moet veel teksten lezen. Bij het lezen van buitenlandse literatuur gebruiken we volledige zinnen. Hierdoor kunnen onze hersenen woordenschat en grammatica in een context leren. Dat helpt hem de nieuwe inhoud goed op te slaan. Losse woorden zijn voor het geheugen veel moeilijker om te kunnen herinneren. We leren bij het lezen welk belang de woorden kunnen hebben. Hierdoor ontwikkelen wij een gevoel voor de nieuwe taal. De buitenlandse literatuur mag natuurlijk niet te zwaar zijn. Moderne korte verhalen of detectives boeken zorgen vaak voor vermaak. Kranten hebben als voordeel dat deze altijd actueel zijn. Ook kinderboeken en strips zijn goed voor het leren. De afbeeldingen maken het gemakkelijker om de nieuwe taal te begrijpen. Het maakt niet uit welke literatuur u kiest - het moet levendig zijn! Dat wil zeggen dat er veel gebeuren moet, zodat de taal varieert. Wie niets gevonden heeft, kan ook gebruik maken van speciale leerboeken. Er zijn veel boeken met eenvoudige teksten voor beginnelingen. Het is van groot belang dat u altijd een woordenboek gaat gebruiken tijdens het lezen. Zodra u een woord niet begrijpt, moet u het opzoeken. Onze hersenen worden door het lezen geactiveerd en leert snel nieuwe dingen. Het maakt een bestand aan voor alle woorden die u niet begrijpt. Zo kunt u het vaak gaan herhalen. Het helpt ook om onbekende woorden in de lectuur met kleur te markeren. Bij een volgende keer kunt u de woorden direct weer herkennen. Iedereen die dagelijks veel in een vreemde taal leest, boekt snel vooruitgang. Omdat onze hersenen de nieuwe taal snel leert imiteren. Het kan zijn dat u op een gegeven moment in de vreemde taal gaat denken...